Hoofdstuk 8
De smid had iets in zijn handen. Wat kan ik niet zien. Hij kijkt plots naar mij en loopt op mij af. Ik wil verdwijnen en tegelijker tijd in zijn armen vliegen. Uiteindelijk besluit ik vlug dat ik blijf staan. Snel komt hij voor mij staan en pakt mijn handen vast. Ik lach en merk plots de lange ingewikkelde jurk die ik draag op. Hij draagt een lange rode mantel en lijkt wel een prins. Plots de bomen om ons heen verdwijnen en een heldere blauwe hemel wordt zichtbaar. We raken langzaam los van de grond. Mensen zouden dit hekserij noemen ,maar ik weet gewoon dat dit niet slecht is. Langzaam zweven we meters boven de grond. Ik ben niet bang ,niet zolang ik bij hem ben.
"Ik wil je iets vragen."zegt hij plots en knielt voor me neer. Hij haalt onder zijn mantel een klein zilver doosje vandaan. Ik bijt op mijn lippen.
"Wil je met me..." Plots wordt de hemel zwart en de zon is verdwenen. Lichtflitsen verschijnen aan de hemel.
"Bukken !"schreeuwt hij en duwt me op de grond. Precies op datzelfde moment trekt hij zijn zwaard en de bliksemschicht raakt het zwaard. Hevig verzet de smid zich en plots is er onder zijn mantel een harnas te zien. Het heeft nu veel meer weg van een soldaat.
"Snel vlucht."schreeuwt hij terwijl hij de bliksem met zijn zwaard tegen probeert te houden. Ik kruip zo snel als ik kan weg van hun en ga rechtovereind staan.
"Ik laat jou niet achter."schreeuw ik om boven het gedonder uit te komen.
"Laat hem gaan."fluistert een stem van achter me en ik draai me om. Een klein meisje in een bruin groene jurk en een grote bruine heksenhoed met overal takken en bladeren eraan. Ik kijk haar raar aan.
"Kom ik breng je in veiligheid."fluistert ze en haar hoofd gaat een beetje omhoog waardoor haar ogen onder de rand van de heksenhoed te zien zijn. Twee zilveren schijfjes staren me aan.
"Ik breng je in veiligheid."fluistert ze en langzaam verdwijnt haar uitgestoken hand en lost ze op in de duisternis.
Er zijn nog geen reacties.