°Begrafenis [SA]
Gisteren had ik het vreselijke nieuws gekregen, dat ze dood was. Ik kon het nog altijd niet bevatten. Waarom zij? Had dit niemand anders kunnen vatten? Had niemand anders in de wagen kunnen zitten? Had de andere chauffeur niet dood kunnen zijn?
De persoon waar ik het nu over had was Alicia mcCloud. Mijn beste, en enige, vriendin. Ze was een vriendelijk meisje dat altijd klaar stond voor alles en iedereen. Niets kon haar geluk ten einde brengen tot dit alles was gebeurt. Tot die rot auto haar raakte, en alle leven uit haar zoog. Toen ik het nieuws vernam – mijn moeder vertelde het me – beleefde ik een van de leukste dagen van mijn leven. Mijn zusje had een van haar eerste woordjes gezegd : Zuzu. Ik had er tranen in mijn ogen van gekregen. Het was zo lief. Het leek alsof mijn dag niet meer stuk kon. Het leek zo, dat nieuws deed mijn goede humeur afbrokkelen. Ik was op mijn knieën gevallen en huilde, huilde en huilde. Maar ik moest naar school. Alles onder ogen zien, en sterk zijn. Op school kon ik me niet concentreren en de plek waar ze zat bleef leeg. School leek niet te weten dat ze er niet meer was. Ik weet nog hoe de leerkracht vroeg of ze ziek was, en iedereen zei dat ze dachten van wel. Daar bracht mijn stem verandering in door te zeggen dat ze dood was. De leraar keek me raar aan, en vroeg me of ik het meende. En jammer genoeg, deed ik dat ook. Mam en Pap dwongen me om naar school te gaan en dat deed ik dan ook, niettegenstaande ik me niet concentreren. Want, straks was de begrafenis, en ik was gevraagd om een stukje voor te lezen.
“Sofia! Vertrekken!” pap riep beneden aan de trap en ik raapte mijn moed bij elkaar. Ik moest sterk zijn voor haar, speciaal voor haar. Mam bracht me naar de begrafenis en kwam me ook weer ophalen. Haar ouders en de mijne waren geen vrienden, en dat was duidelijk te merken. Pap stond niet eens achter onze vriendschap. Na een 10 minuutjes kwam we aan.
“Tot zo liefje,”mam gaf me een stevige knuffel.
“Doeg!” ik zwaaide haar uit terwijl ze wegreed en ging naar binnen.
“Gecondoleerd,” zei ik zacht en keek met een valse glimlach haar ouders aan.
“Dank je,” glimlachten ze flauw. Toen iedereen er was werd de dienst voltrokken. De priester begon te praten. Mijn blik flitste naar de kist die van voor stond. Hoe zou ze erin liggen? Zou ze goed in de hemel zijn terecht gekomen? Het was mijn beurt om een toespraak te geven. Met tranen in mijn ogen liep ik naar voren.
“Lieve Alicia,
Kan iemand het wel vatten? Waarom die wagen op de jouwe inreed?
Het was jou tijd nog lang niet. Je had nog een heel leven voor je, een heleboel kansen en de wereld lag klaar voor je voeten. Je stond positief in het leven en het geluk lachte je toe. Daar kwam abrupt een einde aan.
Vaarwel meid.”
Reageer (1)
ow shit, ik heb tranen in mijn ogen...
1 decennium geleden