Overgave - 52
Die middag riepen we de hele stad bijeen in het paleis.
“We hebben jullie bijeen geroepen vanwege een probleem dat de vuurheer ons bezorgd heeft”, begon Yue. “Hij eist dat alle watermeesters zich overgeven en gevangen worden door de vuurnatie. In ruil daarvoor zou hij de anderen ongemoeid laten.” Meteen klonk er een hoop kwaad geschreeuw in de zaal. Yue legde hen kalm het zwijgen op. “We weten natuurlijk niet hoe lang hij ons ongemoeid zal laten. Er is uiteraard geen sprake van dat we zomaar toegeven. Verzet is echter geen optie, ze zijn te sterk. Behalve de schepen die nu al voor de stad liggen zal ook de vuurheer persoonlijk met zijn gevolg hierheen komen.” Nu was het mijn beurt. Ik stapte naar voren.
“Verzet is niet mogelijk, maar we hoeven ons niet zomaar te laten doen. We zullen een groot offer moeten brengen, maar ik ben er van overtuigd dat ik de vuurheer zo ver kan krijgen tenminste bepaalde personen hier te laten.” Iedereen was muisstil. Iedereen vroeg zich waarschijnlijk af wie er zou mogen blijven, en wie zou moeten gaan. “Ik heb dit uiteraard met prinses Yue besproken”, ging ik verder. “Ik denk dat jullie het met mij, met ons, eens zullen zijn, als we zeggen dat we in de eerste plaats de kinderen moeten sparen.” Er klonk een instemmend gemompel. “Verder vinden we ook dat de moeders met jonge kinderen voorrang moeten krijgen. We zullen ook twee mannen hier kunnen houden. En prins Sokka en ik zijn er van overtuigd dat het voor de stam het beste is als ook prinses Yue hier blijft.” Ik keek de mensen uit de stam aan. Ze waren bang, dat zag ik zo.
Reageer (1)
Dat hoef je nog niet te zien, dat kan je zo ook al raden. Het is onmogelijk om niet bang te zijn op zo'n moment
1 decennium geledensnel verder