Silence by the sea...
Ik schopte mijn schoenen uit en hoorde hoe ze met een zachte plof in het zand vielen. Mijn handen trilden en tranen gleden over mijn gezicht. Langzaam liep ik naar de kustlijn toe, ik voelde hoe het koude water in aanraking kwam met mijn voeten. Een rilling liep over mijn rug. Even keek ik naar de ondergaande zon maar wendde mijn blik al snel weer af. Met de rug van mijn hand wreef ik over mijn ogen om de tranen weg te vegen maar het was vrijwel nutteloos. Nieuwe tranen rolden over mijn gezicht. Verslagen liet ik me in het zand vallen. Alles was verloren, de tijd die we ooit hadden was verdwenen. En achteraf vraag je je dan af... Wat het waard was. Al dat vechten, al die pijn... Waar deed je het voor, als je vanaf het begin al wist je verliezen zou... Maar ik wist waarvoor ik het deed, ik deed het voor haar Dat meisje waar ik alles voor over had, waarvoor ik mijn leven op het spel zette. Maar het was allemaal zo nutteloos geweest, want nu is ze weg. En ze kwam niet meer terug. Ik hoorde haar woorden alsmaar opnieuw en opnieuw in mijn hoofd. "Je bent het niet waard" Had ze zachtjes in mijn oor gefluisterd, voordat ze zich omdraaide en mij alleen achter liet in de kilte van de koude nacht. En nu kon ik alleen maar hopen dat de sterren me nog een maal zouden beschermen tegen het kwaad dat in het duister schuilde.
Langzaam stond ik op, mijn lichaam voelde koud aan. Ik rilde. Mijn tranen maakt het alleen nog maar erger. Waarom huil je. Je was het toch niet waard... Zei een zachte stem in mijn hoofd. Maar ik wilde er niet naar luisteren. Ik kon het gewoon niet. Ik liep langzaam verder over het strand. Ik wist eigenlijk niet waar ik heen ging. Gewoon verder. En verder, tot het einde van de tijden. Tot de eeuwigheid mij meenam en het slechte het goede overwon. Maar eigenlijk, was ik gewoon op weg dus. Op weg naar niets. Misschien op weg naar haar. Misschien was ik gewoon op weg naar niets, naar rust en naar stilte. Ik wist het niet meer. Regendruppels vielen op mijn ontblote armen. Het zand werd nat en veranderde in modder. Ik wierp een blik op de zwarte punten van mijn jurk. Ze waren vuil en zaten onder het zand. Maar dat maakte me niet meer uit. Het deed er nu allemaal niet meer toe...
En toen, opeens, zag ik haar. Haar lange, golvende rode haren staken fel af tegen de grijze zeekust. Haar lange, witte jurk wapperde in de wind. Haar haren, die als een vuurzee op haar schouders en rug lagen, wapperden ook mee. Haar groene ogen keken even in de mijne. Even ving ik een glimp op van haar lichtroze lippen die een kleine glimlach vormden. Maar toen straalde haar mosgroene ogen weer een en al kilte uit. Dezelfde kilte die ze uit hadden gestraald toen ze bij me weg was gegaan. Ze liep langzaam de zee in. Ze zakte door haar knieën en haar vingers raakten even lichtjes het water aan. Er ontstonden kleine golfjes. Ze liet haar hoofd naar achter vallen en haar prachtige vlammende haren leken te verdwijnen in het water van de zee. Kon ik nu nog maar een keer haar zachte lippen op de mijne voelen...
Reageer (2)
waahaahauw!!! echt zoooooooooo supermooigeweldigenalleswatjenogmeer kanbedenken! echt zoooooooo moooi!
1 decennium geledenWauw! Echt heel erg mooi!
1 decennium geledenIk heb trouwens een vooreur voor een hoofdstuk: Jim Parsons!!xDxD