Een verkenning over een sprookje.
Toen ik beneden kwam stond er veel minder op tafel dan eerst. Die nacht had ik raar gedroomt, een droom waar mijn echte vader wraak nam op Ranless. Ik was bang dat dat al was gebeurt dus versnelde ik mijn pas van de trap af: 'Ranless.. Ranless?' ineens kwam Ranless van achter een kastje vandaan. 'Hier ben ik, gaat alles wel goed?' hij keek me bezorgd aan. 'Ja hoor, ik heb alleen een beetje raar gedroomt. Wat was je eigelijk aan het doen?' blijkbaar besloot Ranless niet te vragen waarover de droom was gegaan want hij begon: 'O, ik was een paar extra borden aan het zoeken.' ik knikte even en ging vervolgens aan tafel zitten. Genieten kon ik niet van het eten deze keer. Die droom zat me echt in de weg! En de antwoorde die ik de vorige avond had gekregen waren bijna eng. Was Sarah dan niet mijn echte naam? Was dit dan toch geen droom? Ik besloot het oopzij te zetten voor een andere keer. 'We gingen vadaag toch de omgeving verkennen?' vroeg ik aan Renless. Hij knikte even kort, ook hij was deze ochtend niet helemaal bij de les. 'Als je je eten op hebt en klaar bent om te gaan kunnen we vertrekken.' het viel me op dat Ranless me nog niet als een prinses had behandelt. Ik was er blij om maar ik snapte niet waarom hij niet deed wat de koning hem opdroeg. Toen ik genoeg gegeten had en nog wat eten in een klein tasje om mijn middel had zitten konden we vertrekken.
We besloten even te gaan rusten, we hadden nu al dik drie uur gelopen en we kregen een beetje honger. Ik pakte twee boterhammen uit het tasje. Een gaf ik er aan Ranless en de ander at ik zelf op. Al de hele weg waren we beide erg stil geweest. Een klein vogeltje zo groot als vingerhoedje kwam naast me zitten: 'Hallo daar kleintje. Heb je ook honger?' ik brak een klein stukje van mijn brood af en gaf het aan het vogeltje. Bijna onopmerkelijk stond Ranless ernaar te kijken en te lachen van plezier. Ik was blij dat ik het kon horen en door had. Nu wist ik in ieder geval dat hij nog een beetje kon lachen. 'Zullen we verder gaan?' vroeg hij. Als antwoord stond ik op en liep al wat vooruit. Al de hele weg liep ik voorop, aleof ik de weg kende en Ranless niet. Ik begon te besefen dat ik Ranless al eerder had gezien. En dan bedoelde ik niet in een droom, nee ik had hem al een keer eerder ontmoet en dit land kende ik echt zowat helemaal uit mijn hoofd. Ik keek mijn ogen uit toen ik een grote berg zag. Zonder na te denken rende ik er op af. Daar schrok Ranless heel erg van, want hij probeerde me terug te roepen en rende achter me aan. Toen ik boven op de top was kon ik uitkijken over alles wat er maar was in Isil Mìrë. Onder me hoorde ik Ranless iets roepen maar het was onverstaanbaar. Ik hoorde iets achter me kraken en draaide me heel erg rustig om. Achter me stond een dier nog groter dan een olifant. Ik keek het recht in de ogen aan. Het had een beetje weg van een neushoorn. Ik vroeg me af hoe dat beest op deze rotsen kon staan zonder er door heen te zakken. Blijkbaar verwachtte Ranless dat het dier me zou aanvallen want hij riep dat ik moest oppassen en uit de beurt van zijn horns moest blijven. Het beest zetten twee stappen in mijn richting en liet zijn kop toen rustig zakken. Ik keek hem vragend en geschrokken aan, het dier wilde dat ik op hem ging rijden?! Ik zetten voorzichtig een voet op zijn poot en legde mijn handen op zijn rug. Het dier deed niks, hij liet het toe. Ik vertrouwde hem en zetten af met mijn voet. Nu zat ik op het beest. Ranless keek er met open mond naar. Het dier liep voorzichtig naar hem toe en ik zei tegen Ranless: 'Hij doet geen vlieg kwaad! Hij is alleen boos omdat mensen hem niet vertrouwen.' Ik stak mijn hand uit naar Ranless en ook hij ging op het beest zitten. Het dier leide ze door het hele landschap heen en zelfs toen ze thuis aan waren gekomen bleef hij voor het huis zitten. 'Ik denk dat je een wachter hebt.' zei ik lachend tegen Ranless. Ranless knikte en zei dat ik maar een naam moest verzinnen. Ik moest even denken en zei toen: 'Harma.' Ranless keek me lachend aan en zei: 'Dat is een pracht van een naam. Kom dan geven we hem wat te eten en te drinken en gaan dan slapen.' ik rende naar binnen en pakte wat te eten en te drinken voor het dier. Eenmaal weer binnen liep Ranless met me mee naar bed en wenste me welterusten. Dit was de laatste nacht dat ik hier zou slapen.
Er zijn nog geen reacties.