Hoofdstuk 8.
De storm was nog steeds niet gaan liggen. Hij woedde nog steeds even hard en het leek wel of de wolken een enorme voorraad sneeuw hadden. Het bleef maar vallen. Wat resulteerde dat de sneeuw nu tot mijn buik kwam. Ik kwam steeds moeilijker vooruit. Niet alleen omdat de sneeuw zo hoog was, maar mijn poten waren onderkoeld en de kracht om de stappen te zetten nam langzaam aan af. Dat was ook niet zo gek, het begon al te schemeren. Wat betekende dat ik al een hele dag aan het lopen was, zonder voedsel. Ik hapte in de sneeuw. Het ijskoude witte spul smolt in mijn mond. Ik had er niet bij stil gestaan hoeveel dorst ik had. Ik hapte nog eens in de sneeuw, en nog eens. Tot ik neerviel. Mijn poten hadden het begeven. Ik probeerde nog op te staan, maar ik was zo moe. Mijn ogen vielen neer en ondanks de kou lukte het me om te rusten.
Reageer (2)
mooi
1 decennium geledenmaar k vind et egt super irritant dat er geen uitleg is van die hoofdpersoon:$
is het nou een mens of een dier?!!!
<33
1 decennium geleden