Op zoek naar het fluitje
Help je haar zoeken?
De dag was eindelijk voorbij, het was echt rustig geweest en iedereen was aardig voor me geweest. Ik liep samen met Charlie pratend de klas uit. Toen ik bijna thuis was zag ik dat de auto weg was. Waarom dat? Ik liep naar binnen en zag niemand. Zonder me al te druk te maken over wat er aan de hand kon zijn liep ik naar mijn kamer. In mijn kamer aangekomen opende ik het laadje van mijn nachtkastje. En ja hoor, daar lag het met steentjes bezette fluitje. Ik besloot er een kettinkje van te maken. Dan kon ik hem ook niet meer kwijt raken. In een van de kastjes van mijn moeder vond ik een geel lintje: 'Perfect' zei ik lachend. 'Wat ben je aan het doen?' ik draaide me met een ruk om. Rik, daar stond die broer van me dan. Hij keek bezorgd. 'Geen schrik pogingen vandaag?' vroeg ikspotend aan hem. Zonder antwoord te geven liep hij de trap af. Ik keek hem verbaasd na, hij leek wel een zombie! 'Rik...' riep ik hem achterna. Ik keek naar het fluitje en de ring, het was een manier om er achter te komen wat het fluitje deed. Ik tuitte mijn lippen en blies zacht op het fluitje. Nog voor ik het wist hoorde ik een stem in mijn hoofd: 'Waar kan ik u mee van dienst zijn?' vroeg de stem aan me. Even schrok Sarah daarvan. Aarzelend zei ik: 'Ik zou willen weten wat er aan de hand is...' nog voor ik antwoord verwachtte kwam er iemand binnen. Het was mijn vader. Ik stormde naar beneden. 'Wat is er aan de hand?' vroeg ik aan hem. Hij keek me even boos aan. 'Niks.' zei hij met een norse stem. Ineens schrok ik van de stem die weer iets zei: 'Ga naar het cafe.' zonder te aarzelen pakte ik mijn jas en zei dat ik even weg was. Ik pakte mijn fiets en reed zo snel als ik kon naar het cafe.
Aangekomen bij het cafe zag ik al waarom ik hierheen had moeten komen. De man die me het fluitje gegeven had zat op de zelfde plek als eerst. Hij hield me dit keer niet in de gaten, daarom besloot ik te vragen wie de man was. 'Meneer?' de man aan de bar keek me het zelfde aan als twee dagen eerder. 'Zeg het maar.' zijn stem klonk niet kwaad noch aardig. 'Wie is die man in die zwarte jas achter in het cafe?' ik keek de man verwachtings vol aan. 'Dat weet niemand. Het ene moment is hij hier, het andere moment weer verdwenen.' ik bedankte de man en liep regelrecht richting de vreemde man. Pas toen ik naast zijn tafel stond keek hij omhoog. 'Ga toch zitten.' ik vertrouwde hem minder dan de eerste keer. 'Ik heb de vorige keer weinig kans gehad mezelf voor te stellen.' ging de man verder. Mijn ogen vielen op zijn rechter jas zak, hij had er iets inzitten maar wilde ik wel weten wat? 'Ik ben Ranless' de man keek me hoopvol aan. Ik besloot hem een paar vragen te stellen: 'Wat doet u hier en waarom heeft u me dit fluitje gegeven?' de man schudde even zijn hoofd. 'Ten eerste zeg maar je, ten tweede dat fluitje is voor dit soort momenten. Momenten waarop je ouders je geen gehoor geven.' de man keek niet eens vriendelijk. 'Hoe weet je dat mijn ouders niet naar me willen luisteren?' vroeg ik snel. Ranless keek me even aan met een vriendelijk gezicht: 'Dat leg ik je nog wel een keer uit. Het is al laat en je moet hier weg!' de man keek bezorgd rond. 'Weg? Waarom en.. waarheen?' het ging allemaam zo snel dat ik het niet meer kon volgen. De man stond op en zei me dat ik hem moest volgen. Ik keek naar de ring en zei zacht: 'Ik hoop dat je waar maakt wat ze hebben gezegt!' en liep vervolgens achter Ranless aan.
Er zijn nog geen reacties.