Foto bij Hoofdstuk 1.

Never thought this would happend.. You're.. my hero.

Met een glimlach zat ik op mijn fiets. Ik trok met een hand mijn muts iets verder over mijn oren en trapte stevig door. De ijskoude wind sneed over mijn gezicht als een mes en ik voelde zelfs een paar kleine sneeuwvlokken tegen me aan dwarrelen. Ik versnelde nog een klein beetje en was gelukkig snel op school.
Daar aangekomen gloeiden mijn wangen, neus en handen. Hijgend van het snelle fietsen liep ik naar mijn kluisje. Toen ik daar mijn jas en handschoenen in gooide hoor ik achter me gegiechel.
"..Kijk dan hoe ze er nu weer uit ziet.."
"..Dat kan toch gewoon niet..!"
Ik slikte en sloot mijn kluisje. Ik draaide me om en keek recht in vier paar ogen en geen contact zochten. Ze bleven me ongemakkelijk aanstaren en ik liep ze langs.
"Ik heb nog steeds goed werkende oren, dus volgende keer moet je nog zachter fluisteren." mijn stem klonk nog wat bibberend van de kou, maar verder best hard. Er verschenen arrogante blikken en ik liep snel door. In de kantine ging ik alleen aan een tafeltje zitten. Ik begon in mijn schrift te bladeren, zocht een lege bladzijde, en begon te tekenen. Ik had namelijk nog een kwartier voordat mijn les begon. Na dat kwartier liep ik naar mijn les. Ik moest naar de tweede verdieping, dus dat werd traplopen.
Helaas was er weer zo'n iemand die me liet struikelen. Ik viel hard tegen de grond en mijn voet klapte dubbel. Een kreun ontsnapte uit mijn mond en ik hoorde iedereen op de trap in lachen uitbarsten. Het bloed steeg me naar mijn wangen en ik kwam met moeite overeind. Maar net toen ik dacht dat ik weer ging lopen en het maar zou negeren hoorde ik een zuivere, hoge meisjesstem.
"Jezus zeg, laat haar gewoon met rust!"
Ik keek naar de richting waar het vandaan kwam en zag een mooi meisje staan die ik niet herkende. Haar huid was bleek maar schitterend zuiver, haar haar was knálrood en ze had lange, zwarte wimpers. Haar haar had een beetje dezelfde kleur als een appel. De appel van Sneeuwwitje, schoot door mijn hoofd. Verder had ze een schitterend, gewoon perfect figuur. Iedereen op de trap keek haar aan.
Ze trok één wenkbrauw op. "Ja, wat nou? Ik ben hier twee dagen op school en jullie laten haar maar niet met rust, wat heeft zij jullie nou aangedaan?"
De meeste liepen zonder nog iets te zeggen door, en sommige keken haar nog aan. Maar ze zeiden niks.
"Kom". Het roodharige meisje hielp me met opstaan en ondersteunde me toen ik begon te hinkelen. We liepen weg van de trap, naar de kantine. Door stomheid geslagen keek ik haar aan en wist ik niet wat ik moest zeggen. Wat gebeurde hier in godsnaam?

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen