Chapter 1.
Elea Hall
'Oh, kom op nou!' Geïrriteerd sloeg ik de deur van Allix' slaapkamer open. Daar lag hij nog steeds lui op zijn bed, met zijn koptelefoon op half te slapen. Ik liep naar mijn broer toe, rukte de dekens van hem af en begon hem te kietelen. Ik wist dat hij daar niet tegen kon, en daarom vond ik het ook zo leuk om te doen. Na één of twee minuutjes hield ik het voor gezien; als die gast zijn bed niet uit wilde komen moest hij dat zelf maar weten. Dan ging ik wel alleen naar opa.
Ik pakte mijn jas, zorgde ervoor dat ik de huissleutels had - je wist maar nooit wat Allix van plan was - en begon te fietsen, richting het ziekenhuis. Ongeveer twee weken geleden werd onze opa Kennan plotseling opgenomen vanwege een storing in zijn hersenen. We waren daar allemaal natuurlijk heel erg van geschrokken; onze oma was niet zo lang geleden overleden, en het deed nog altijd heel veel pijn. Ik had echt een goede band met haar, net zoals met mijn opa. Ik zal alles op alles zetten om te zorgen dat hij het overleeft, nam ik mezelf voor.
In het ziekenhuis was het behoorlijk rustig. Toen ik bij opa aankwam, zag ik dat hij sliep. Heel zachtjes liep ik de kamer binnen, hopend dat hij niet wakker werd. Ik ging op een krukje naast zijn bed zitten, om vervolgens naar hem te gaan kijken. Hij zag er op zich niet heel vreemd uit, ookal liep er een slangetje onder zijn neus en werd hij omringd door allerlei rare apparaten. Ik streek zacht over zijn rimpelige hand en dacht aan de tijden die we samen hadden meegemaakt. We waren vaak samen wezen kamperen, iets waar wij als enige twee van de familie dol op waren. Lekker op een knusse camping, 's avonds een kampvuurtje, heerlijk. Maar zouden we dat nog wel kunnen doen als hij weer uit het ziekenhuis kwam? Als hij er überhaupt nog uit kwam.. Niet aan denken, sprak ik mezelf toe. Niet aan denken, hij wordt weer beter. En daar ga ik hem bij helpen.
Reageer (1)
Please schrijf verder(flower)
1 decennium geleden