*06*
Ik draai me om in zijn armen en zie dat zijn mond een beetje is opengezakt. Zijn zachte adem strijkt als een zomers briesje over mijn huid en laat een zacht getintel achter. Een van zijn bruine krullen is lief voor zijn ene oog gekrult. Samen met zijn bolle wangetjes, maakt het hem heel schattig. Aarzelend blijf ik naar zijn gezicht staren. Onze vingers zijn vluchtig in elkaar gevluchtig en bevestigen het gevoel wat ik vanbinnen voel. Ik buig me voorzichtig voorover en druk een vluchtige kus op zijn zachte lippen en leg dan voorzichtig zijn arm van mij af. Ik maak onze handen los en stap snel uit bed. Ik kleed me aan en hou de trui van Harry in mijn handen. Ik twijfel, maar trek hem dan over mijn hoofd aan. Op die manier heb ik het tenminste niet koud. Ik verstevig de grip rond het handvat van mijn koffer en blijf even met mijn rug naar het bed staan. Ik twijfel. Zal ik me omdraaien en nog een keer naar Harry kijken of zal ik gewoon weggaan? Een paar lange seconde denk ik na, maar besluit dan toch gewoon weg te lopen. Ik loop zachtjes het stille huis door de trap af. Ik blijf niet stil staan als ik gekraak hoor, ik loop vastberaden door. Ik kwam hier alleen om te schuilen, meer niet.
Ik open de voordeur en blijf even in de deuropening staan. De koude ochtendlucht stroomt langs mijn blote benen en laat een spoor van kippenvel achter. Ik doe een stap naar buiten en doe de deur achter me dicht. 'Het spijt me, Harry', fluister ik mijn woorden met de harde wind mee. Het stormt nog steeds. De enige verandering is dat het nu niet meer regend. Ik kijk om mij heen en heb meteen spijt van mijn keuze. Ik had nu nog in Harry zijn armen kunnen liggen. Ik had niet weg hoeven te gaan, maar het was een keuze die ik al heel vaak heb gemaakt. In het begin heb ik er spijt van, doet het pijn, maar na een tijdje vergeet ik het weer. Het enige wat overblijft is het gezicht van de slapende jongen waar ik het bed mee heb gedeeld die nacht.
Ik loop gewoon mijn gevoel achter na, met de wind mee. Ik vis een elastiekje uit mijn broekzak en draai mijn blonde haren, die wild met de wind meewaaien, in een simpele knot. Ik loop verder en negeer de stekende pijn van beginnende blaren op mijn voeten. Waarom moest die stomme man mij dan ook uit de trein zetten in the middle of nowhere? Nors blijf ik stilstaan. Ik moet gewoon eerlijk zijn en teruggaan. Mijn puppy ogen en pruillipje opzetten en vragen of de jongens me alsjeblieft in de dichtstbijzijnde stad willen dumpen. In mijn gedachte heb ik het plan al helemaal uitgestippeld, maar zo makkelijk zal dat niet gaan. Ik heb tenslotte Harry alleen gelaten, terwijl hij had gevraagd te blijven. Ik twijfel, maar draai dan 90 graden op mijn hakken om. Stug begin ik tegen de wind in te lopen, totdat ik weer voor de deur sta. Ik kijk via een van de ramen naar binnen en zie dat alle lichten nog steeds uit zijn. Ik besluit naar de achterkant van het huis te lopen en blijf daar voor een groot hek stilstaan. Niall heeft gisteren laten zien waar de sleutel zit verstopt, dus als ik over dit hek heen kom, dan kan ik naar binnen en doen alsof ik niet ben weggeweest.
Ik gooi mijn koffer eerst over het hek en loop daarna naar de dichtstbijzijnde boom en trek mezelf omhoog. Ik klim de boom, met veel moeite, in en blijf uitgeput op de tak zitten. Nu naar het uiteinde van de tak klimmen en dan mezelf laten vallen. Ik klim voorzichtig naar het uiteinde van de tak en hoor hoe die met veel geweld begint te kraken. 'Alsjeblieft, hou het nog even vol', mompel ik hoopvol tegen de tak. Ik klim verder en wil mezelf net naar beneden laten zakken, als er een hard gekraak klinkt. 'Verdomme', vloek ik net voordat de tak afbreekt. Met veel lawaai vallen we beide naar beneden en vallen met een harde klap in het zachte bed van natte bladeren. Geïrriteerd ga ik snel opstaan en veeg alle vieze bladeren van mij af. Mijn handen zijn geschaafd en vies, maar dat maakt me niet uit. Wat me wèl uitmaakt is de grote snee in mijn been. Een straaltje bloed baant zich een weg langs mijn gebruinde benen en eindigt bij mijn pumps. Ik pak mijn koffer op en loop stug naar de plantenbak. Ik gris de sleutel ervanonder en maak voorzichtig de deur open. Ik leg de sleutel terug, gooi mijn koffer in de hoek van de bank, pak de sleutel van de voordeur en draai de achterdeur daarmee op slot en leg de sleutel vervolgens weer dicht. Wat een gedoe zeg. Waarschijnlijk hebben de jongens me toch al gezien, met die stomme val-uit-de-boom actie. Nooit gedacht, dat dat echt nog eens zou gaan gebeuren.
Ik pak mijn koffer op en leg die zachtjes weer terug in de hoek van de kamer van Harry. Hij slaapt nog steeds en lijkt ook niet wakker te zijn geweest. Ik loop naar de badkamer van ons en was mijn handen. Vervolgens bekijk ik de wond en vloek als ik zie dat heel mijn been onder het bloed zit. Waarschijnlijk ziet het er nu erger uit dan dat het is, hoop ik. 'Wat is er gebeurd!?' Vraagt een geschrokken stem opeens achter me.
Reageer (11)
nu mag ze niet meer weg!
1 decennium geledensuper verhaal!
1 decennium geledensnel verdeeeer!
oeeh
1 decennium geledendie reactie van die wilde eend ...
1 decennium geledenLove it(flower)
SNEL VERDER x
1 decennium geleden