XXXVIII
Alice Potter
Ik open mijn ogen en versuft kijk ik even om me heen. Als ik merk dat ik niet in mijn eigen bed lig, ga ik rechtop zitten om de kamer beter te kunnen zien. Het duurt een tijdje voordat ik me weer herinner waar ik ben. Ik zal wel in slaap gevallen zijn toen ik uitgehuild was, ik heb de afgelopen tijd dan ook weinig nachtrust gehad. Vlug haal ik een hand door mijn haar en loop dan naar de spiegel, die me nog niet eerder opgevallen was. Mijn haar zit nog niet eens zo verschrikkelijk en ik weet er een nette staart van te maken. Het is zichtbaar dat ik gehuild heb, maar de leerlingenkamer is dichtbij, dus als ik geluk heb kom ik onderweg niemand tegen.
Als de Dikke Dame zuchtend haar portret voor me heeft geopend, zie ik dat de leerlingenkamer, net als de gang, leeg is. Ik haal even mijn schouders op en loop naar de slaapzaal, de lessen zullen vast nog bezig zijn.
Als ik me opgefrist heb, loop ik naar mijn bed om mijn boeken te pakken. Ik denk dat ik alleen de eerste paar uur gemist heb, maar als ik op de klok kijk, zie ik dat het avondeten al begonnen is. Heb ik de hele dag geslapen? Ik laat mijn boeken uit mijn handen vallen als ik besef dat ik alle lessen vandaag heb gemist, inclusief Kruidenkunde. Het lijkt een stomme reden, maar alleen daardoor al schieten de tranen weer in mijn ogen. Snel knipper ik ze weg en besluit dan maar wel naar het avondeten te gaan, ik heb best wel honger gekregen.
In de Grote Zaal ga ik een paar plaatsen verwijderd van de anderen aan de Griffoendor tafel zitten. Ik heb geen zin om met iemand te praten, maar helaas denkt de rest daar anders over en al snel hoor ik dat iemand naast me komt zitten. Zo goed als het gaat probeer ik hem te negeren, maar als hij zijn keel schraapt, kijk ik Sirius aan. ‘Wat is er?’
‘Je weet toch wel dat James niet meende wat hij zei?’
Ik haal mijn schouders op en pak een paar broodjes, deze zijn makkelijker mee te nemen als ik de Grote Zaal eerder moet verlaten. Ik neem een hap en kijk geïnteresseerd naar mijn broodje.
Sirius zucht. ‘Alice. Ik weet dat je er mee zit, maar hij meende het echt niet. Hij wou zelfs zijn bed uitspringen om je achterna te gaan, maar Plijster had al gehoord dat er onrust was en heeft hem volgens mij zware slaapmiddelen toegediend om hem weer rustig te krijgen.’ Hij grinnikt even, maar houdt er al snel mee op als ik er niet op reageer. ‘Hij houdt echt van je Alice.’
Ik zucht. ‘Laat me nou maar gewoon met rust, Sirius.’ Even kijk ik hem aan.
‘Maar ga dan alsjeblieft naar James toe? Hij voelt zich zo schuldig en-’
‘Weet je, Sirius. Hij had gelijk. Ik moet jullie gewoon met rust laten, ik red mezelf wel.’
Ik sta op en neem een paar broodjes mee de Grote Zaal uit. Nu pas valt me op dat ik tijdens mijn gesprek met Sirius niet één keer rood geworden ben…
Aahw, jullie zijn lief(bloos)
Ikbennogsteedsniettevreden
Reageer (41)
1 decennium geledenWhyisthisstorysodamngoodAhh, die schat van een Sirius probeerd juist lief te zijn... Maar mijn Remus is nog altijd liever<3
1 decennium geledenAwhh, arme James&Alice
1 decennium geledenOkee ik heb nog niet eeens gelezen ofzeuw en ik zet hier een reactie:$
1 decennium geledenWAAROM STA JIJ GEEN EERSTE IN DE TOP 5?!? Wat is dit voor rarigheid? :pp
1 decennium geleden