XXIII
Peter Pettigrew
Ik haal een paar keer diep adem voordat ik op haar af loop. Ze met opgetrokken wenkbrauwen naar James en Sirius achter me. ‘Wat had dat te betekenen?’
Ik voel dat ik rood word en richt mijn blik op de grond. ‘Dat is gewoon een grapje van Sirius en James. Niets ernstigs,’ mompel ik. Ik hoop niet dat ze denkt dat ik heb verteld dat zij mijn vriendinnetje is of zoiets.
‘Ik dacht dat je een vriendinnetje had,’ zegt ze lacherig.
Ik kijk haar verbaasd aan. Ze had niet door dat Sirius en James haar bedoelden toen ze het over “mijn vriendinnetje” hadden? ‘Nee, dat is niet zo,’ Ik haal even mijn schouders op terwijl ik de neiging om opgelucht te lachen onderdruk en ze knikt.
‘Wat wilde je eigenlijk zeggen?’ vraagt ze.
‘Oh.’ Ik voel dat ik rood word en haal mijn schouders weer op. ‘Ik… Ik kan vanmiddag niet. Ik moet strafwerk maken bij de mevrouw van Astronomie.. James en Sirius moeten ook, en ik kan het niet maken om niet te komen… Ik denk…’ Snel stop ik met praten, ik had bijna gezegd dat ik het niet zou durven om niet te gaan.
‘Wat is er?’ vraagt Chiara, die me vragend aankijkt.
Ik schud mijn hoofd en kijk even om me heen, maar Sirius en James zie ik nergens mee. ‘Nee, laat maar.. Ik moet gaan.’
Terwijl we naar het lokaal lopen waar we ons moeten melden, proberen James en Sirius nog snel een paar uitvluchten te verzinnen. Maar als we bij het lokaal aankomen, kijkt ze ons boos aan en zet James, Sirius en mij zo ver mogelijk uit elkaar. Ze citeert een paar regels die we net zo vaak moeten overschrijven totdat zij zegt dat we mogen stoppen.
Al na tien keer dezelfde regels te hebben geschreven begint mijn hand pijn te doen en leg ik even mijn veer neer om mijn hand uit te strekken. Even kijk ik naar James, die duidelijk zo groot mogelijk aan het schrijven is en Sirius die af en toe een woord opschrijft waarna hij weer een tijdje om zich heen kijkt. Zuchtend pak ik mijn veer en ga ik weer verder.
Het lijkt een eeuwigheid te duren voor ze eindelijk naast mijn tafel komt staan. ‘Je mag gaan,’ zegt ze en pakt het perkament van mijn tafel. Even kijk ik haar verbaasd aan, maar dan pak ik snel mijn spullen.
‘Hehe,’ zucht James en legt zijn veer neer.
‘Jij niet Potter,’ snauwt ze tegen James en ze duwt Sirius, die op wou staan hardhandig weer terug op zijn stoel.
Even kijk ik haar met grote ogen aan, maar dan loop ik snel het lokaal uit. James en Sirius hebben maar even pech.
Als ik langs een klok loop, zie ik dat het avondeten al begonnen is en ik besluit meteen door te lopen naar de Grote Zaal. Daar aangekomen plof ik naast Remus neer en schep wat aardappelen op mijn bord.
‘Waar zijn Sirius en James?’ vraagt Remus.
‘Ze mochten nog niet weg,’ mompel ik. ‘James had nog niet zo veel geschreven, alleen heel groot en volgens mij had Sirius in totaal pas drie keer de regels overgeschreven.’
‘Aha,’ zucht Remus.
Ik en Remus zitten al op onze slaapzaal, maar we hebben nog steeds niks van James en Sirius gehoord.
‘Zeg, Peter?’ vraagt Remus ineens. ‘Hoe zit het eigenlijk met dat meisje?’
Verbaasd kijk ik hem aan. ‘Chiara?’
‘Ja, die ene waarvan James en Sirius de hele tijd zeggen dat het je vriendin is.’ Remus glimlacht even.
Ik haal mijn schouders op. ‘Niks.’
Hmwiehum... I don't like it
<3
Reageer (12)
word er nog geschreven of is dit verhaal gestopt?
1 decennium geledenword er nog geschreven of is dit verhaal gestopt?
1 decennium geledenal 8 dagen niksss:(
1 decennium geledenwow heeeft mn draak jullie vermoord?
1 decennium geledenKOM OP SCHRIJFF<3
VERDER OF IK GA MET EEN DRAAK ACHTER JULLIE AAN>;}
1 decennium geledenjaja ik heb de draak van Nox gejat!