Foto bij --{-@(3)@-}-- Broken chains

Mijn oren registreerden zijn woorden, maar ik kon ze niet geloven. Met grote ogen van schok keek ik hem aan, leek even niet meer te weten hoe ademhalen ging. Ik kon niet anders dan afwachtten, wachtten tot hij in lachen uit zou barstten, me zou vertellen dat het een grap was, maar dat gebeurde niet. Hij bleef serieus. ‘W-wat… Maar h-hoe? W-wanneer?’ De vragen bleven mijn gedachten maar aanvallen, bleven echter onbeantwoord, omdat ik het gewoon niet wist. De jongen tegenover me, boog naar voren, plukte een plantje uit de grond, wachtte geduldig af tot ik wat gekalmeerd was. ‘Je bent nooit anders geweest, het zit in je bloed. Je hebt het alleen nooit gemerkt omdat het in je sluimerde, maar het is aan het ontwaken. Vanavond, om middernacht ben je een ingewijde weerwolf, een lid van onze roedel. Het is je verjaardagscadeau. Het gaat bij jou echter iets sneller dan we zouden willen. Net in je kamer was je in een trans die je pas over een uur of 10 zou moeten bereiken. Xave en ik krijgen het alleen niet bij je opa in zijn kop dat we je eerder moeten inwijdden. Je bent ons kleine zusje, wij horen je te beschermen, maar die ouwe wil niet luisteren. Alsjeblieft geloof me.’ De ogen van Esaya stonden smekend. Het maakte me bang, alles maakte me bang, omdat ik wist dat hij gelijk had. ‘Esaya?’ Een duidelijke trilling was in mijn stem te horen. ‘Wat gaat er gebeuren?’ De jongen keek op, trok me tegen zich aan. ‘Je gaat voor de eerste keer veranderen.’ Mompelde hij, alsof hij een klein meisje een verhaaltje wilde gaan vertellen. Met pure paniek in mijn lichaam en ogen keek ik naar hem op, drukte me daarna nog dichter tegen hem aan. ‘Alleen?’ piepte ik zachtjes, wist niet of ik het wilde horen. Mijn 20 jarige broer lachte zachtjes, zag blijkbaar iets grappigs in mijn onzekerheid. ‘We zijn een roedel Moonie. We zullen er allemaal zijn om onze nieuwe leden te verwelkomen.’ Geruststellend streken zijn vingers over mijn haren. ‘We letten allemaal op je, als jongste en enige meisje.’ Begrijpend knikte ik, was echter nog steeds onzeker. ‘Doet het pijn?’ fluisterde ik afwezig, sprak de vraag uit die me eigenlijk al de hele tijd bezig hield. Mijn ogen gleden omhoog, zagen alleen maar de warme glimlach op mijn broers gezicht en het geschud van zijn hoofd. ‘Nee, helemaal niet. Het voelt alsof je het altijd al gedaan hebt, alsof dat is zoals je moet zijn. Zolang je het laat gaan, niet in paniek raakt, komt alles goed. Iedereen zal toekijken, houdt een oogje in het zijl.‘ de woorden die het laatst door mijn gehoorgang galmde maakten me nerveus. ‘I-iedereen?’ piepte ik wanhopig. ‘M-maar… wat als het misgaat? Wat als ik niet aan jullie verwachtingen kan voldoen? Kan ik niet een keer oefenen?’ Een warme glimlach verscheen op Esaya’s gezicht, waarna hij met zijn hoofd schudde. ‘Nee, Moonie… Dat gaat echt niet, maar maak je geen zorgden. Alles gaat goed komen. Xave en ik zorgen daar wel voor. Ontspan.’ Zijn warme lichaam omhelsde me, hield me beschermend tegen zich aan. ‘Alles komt goed, stel nu alle vragen die je wilt stellen. Alles wat je wilt weten en moet weten om vanavond kalm te kunnen blijven.’ Ik knikte, al wist ik niet zeker of er ook maar iets was dat me gerust zou kunnen stellen. Ook wist ik te weinig van het onderwerp af, en had ik er niet over na kunnen denken, om vragen te kunnen bedenken. ‘Ehm…’ begon ik uiteindelijk maar moeizaam. ‘Wie zitten er in de roedel?’ De borst van de jongen achter me begon te bewegen, deinde snel op en neer door zijn korte gelach. ‘Van alles dat je zou kunnen vragen…. Maar goed. Eigenlijk zijn er twee roedels: een weerwolvenroedel en een nevenroedel, een schaduwroedel, die uit wolven bestaat. De weerwolven roedel heeft Xave als leider en mij daar net onder. En dan heb je onze neven Cerbere en Kaleb en Aran en Drake, ons jonkie.’ Ergens had ik verwacht dat de namen als een schok zouden komen, maar dat was totaal niet zo, het klopte allemaal gewoon. Het verklaarde waarom ze zo close waren geworden in een korte tijd. Omdat ze een aparte familie vormden. ‘Het zal misschien klinken als weinig, maar je moet weten dat er maar een klein groepje is van onze bloedlijnen, de rest is in de loop der jaren gepakt en uitgeroeid uit angst. Bovendien is er afgelopen jaar nog een baby geboren, en we hebben nog een jong kind rondlopen. Als die ouder worden is onze roedel compleet.’ Afwezig knikte ik, besefte nu pas hoe weinig ik had geweten. ‘En de andere roedel?’ kroop het nieuwsgierig over mijn lippen. De jongen opende zijn mond om de vraag te beantwoorden, maar hij sloot hem vrijwel direct weer. ‘Dat vertel ik later wel, we moeten nu gaan, rennen!’ Verward door zijn plotselinge bevel keek ik om me heen, kreeg daar echter niet veel tijd voor aangezien hij me heel snel omhoog trok. Gehaast werd ik door de jongen het bos in gesleurd, waar Kiba zich bij ons voegde. Mijn nieuwsgierigheid liet me achterom kijken, iets wat Esaya me belette door me een streng bevel te geven. Mede daardoor waren we in no-time weer terug, hadden blijkbaar de vorige keer een omweg genomen. Zo snel als mijn broer kon bracht hij me ons huis binnen, was gespannen. ‘Ik moet nu naar Xave… Doe voorzichtig, ok?’ sprak hij haastig zodra we binnen waren. De kans om in te stemmen, of te weigeren, kreeg ik echter geen eens, hij verdween net zo snel als we binnen waren gekomen. Vol verwarring staarde ik naar de lege plek waar hij had gestaan, waarna ik de trap maar op liep, op bed ging liggen. De woorden van Esaya, meer het hele gesprek, spookten door mijn hoofd, vermengden zich met andere geluiden en doofden allemaal weer waarna het wolvengehuil mijn hoofd weer in bezit nam. Ze lokten me weer, maar dit keer was Esaya er niet om me te stoppen. Ik kon niets anders dan me overgeven, voelde een heerlijke warme huivering door mijn lichaam trekken. Mijn benen kwamen in beweging, maar ik merkte dat ik sneller ging dan ooit te voren. Ook hoorde ik meer dan voorheen, en rook ik meer. Ik voelde me op een rare manier bevrijd, zat in een roes alsof ik aan de drugs zat, maar dit werd veroorzaakt door mijn eigen lichaam. Het voelde alsof alle ketenen die ik ooit had gehad gebroken waren, liet me alleen nog maar genietend verder rennen, sneller en sneller. Het duurde even, maar uiteindelijk ging ik langzamer, voelde ik hoe droog mijn keel was geworden van al het rennen. Op goed geluk volgde ik het geluid en de geur van stromend water, kwam bij een beekje uit. Verlangend om mijn lippen het water te laten raken, boog ik naar voren. Voor ik echter de vloeistof voelde bezorgde mijn spiegelbeeld me de schok van mijn leven. Ik was mezelf niet meer, ik staarde niet meer in mijn eigen gezicht, mijn eigen ogen, maar in de ogen van een wolf.

Reageer (2)

  • Vanamo

    wow hij is echt awesome ik wist het whihi nice


    XXXXX

    1 decennium geleden
  • Vargas

    Haha, sneller dan ze allemaal hadden verwacht veranderd ze.

    Het duurde even voordat ik de bijna 1200 woorden had gelezen. En ik lees al niet zo snel..

    Snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen