Stefan komt weer door de gang met tappijten, dit keer bekijkt hij ze goed. Er staat allemaal oorlogstaferelen op; ridders te paard die vechten tegen gewoon voetvolk, een stad die belegerd word, een brandende stad met daarvoor een feestvierend leger,... En dan als laatste, een portret. Stefan ziet een exacte kopie van de graaf. Eerst scrikt hij, denkend aan de verhalen die worden verteld, dat de graaf een vampier is en dus niet ouder wordt. Maar dan herstelt hij zich, hij gelooft niet in die verhaaltjes.
Een tijdje later komt hij in de keuken. Stefan heeft honger want hij had daarstraks niet genoeg kunnen eten; toen de graaf vroeg of hij klaar was, had hij niet 'nee' durven zeggen. Hij gaat op zoek naar iets om te eten maar vind niks. Dan moet hij wéér denken aan de verhalen."Laat je niet zo opjagen, Stefan, het zijn maar verhalen, je gelooft er niet in." Hij probeert zichzelf moed in te spreken. Dan hoort hij de poort open gaan. De graaf is terug. Om de een of andere reden denkt Stefan dat de graaf niet blij zou zijn als hij hem nu tegen zou komen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen