Gesprek en onderbreking
De week daar merkte iedereen dat Liëne niet zich zelf was. Ze was stiller, bleker en wilde meestal alleen zijn. Freek was de enige die haar weer een Betje uit de put kon krijgen. Alles waar ze zich nu nog op concentreerde was haar huiswerk en andere dingen voor school, want ze was bang dat als ze te veel met haar vrienden om ging ze erachter zouden komen.
Dat was dan ook de reden dat de cijfers die ze haalden altijd wel een 8 of hoger waren. Toch makte ook leraren zich zorgen om haar, daarom zat ze nu dan ook in het kantoortje van Anderling. “Oké laat ik dan maar gelijk beginnen, de meeste leraren maken zich zorgen om je juffrouw Sneep. Niet alleen de leraren ook je vrienden. Wat is er gebeurd dat je zo van streek heeft gemaakt?” Liëne wist niet hoe ze hier op moest reageren. Aan de ene kant wilde ze alles dol graag vertellen, maar aan de andere kant was Malfidus er nog. Ze was hem de afgelopen week niet meer tegen gekomen, dat kwam waarschijnlijk omdat Liëne de gangen zo veel mogelijk vermeed, en als ze echt niet anders kon dan zorgde ze er voor dat ze niet alleen liep.
Ze keek Anderling smekend aan. “Ik kan het u niet vertellen” mompelde ze toen Anderling stil bleef. Haar blik verzachte wel meteen toen ze zag dat Liëne het wel echt wilde vertellen. “Je kan het echt wel vertellen, ik zal niks door vertellen.” De manier waarop ze het zij deed haar een beetje aan een moeder denken, al had ze er zelf nooit een gehad. Dat was ook de rede dat ze haar tranen niet meer kon in houden. In een stort vloed van gesnik en worden kwam het hele verhaal er uit. De hele tijd had Anderling geluisterd, en niks gezegd. “Maar u verteld het toch niet door, want Malfidus doet mij dan echt wat aan.” Liëne klonk zo hopeloos verloren als maar kon. “Ik denk dat ik niet echt een keus heb Liëne. Ik moet dit wel melden, maar ik beloof dat ik niet zal vertellen hoe ik er achter ben gekomen. En als ze het vragen verzin ik wel iets. Alleen tegen Perkamentus vertel ik wel alles.” “Maar hij komt er achter, ik weet het zeker.” Meer kon Liëne niet uitbrengen omdat ze weer begon te huilen.
Op dat moment kwam Sneep luidruchtig binnen vallen. “Waarom laat jij mijn leerlingen nablijven omdat ze hun huiswerk nie…” Zijn blik bleef op Liëne hangen. Even dacht ze iets van verwarring en pijn in zijn ogen te zien, maar dat verdween zo snel dat het ook haar verbeelding had kunnen zijn. snel veegde Liëne haar tranen weg in de hoop dat Sneep ze niet had gezien. Natuurlijk had het niet echt veel zin gehad wand die man hat de ogen van een havik. Hij zag alles wat er in de klas gebeurde en gaf je daar dan natuurlijk meteen straf voor. “Wat is er aan de hand” vroeg hij dwingend. Liëne hield haar kaken op elkaar en keek hem uitdagend aan. “Eigenlijk waren juffrouw Sneep en ik hier wat aan het bespreken.” Anderling stond op uit haar stoel en probeerde sneep haar kantoor uit te werken. Zonder succes. “Wat is er aan de hand, ze huilde en ik heb het recht om te weten wat er aan de hand is.” “We zijn iets aan het bespreken, en daar hoeven we jou nu even niet bij te hebben of je nou familie bent of niet.” Liëne keek geschrokken op. Ze wist het. Hoeveel mensen wisten het nog meer? In een klap spookte er honderd vragen door haar hoofd. “Ik heb het recht om te weten wat jullie bespreken.” “Er valt niks meer te bespreken” met die woorden stond Liëne op uit haar stoel en liep naar de deur. In de deuropening bleef ze even staan en keek Anderling smekend aan. Anderling knikte begrijpend, en Liëne wist dat ze niks zou door vertellen. Toen zette ze het op een rennen en keek niet om. Sneep riep haar nog iets na maar ze hoorde het al niet meer.
Na vijf minuten te hebben gerend liet ze zich uitgeput op de vensterbank van een raam zakken. Ze keek naar de prachtige sterren hemel buiten. Langzaam werd ze weer rustig, en toen ze er zeker van was dat haar ogen niet meer rood waren liep ze terug naar haar leerlingenkamer. Onderweg kwam ze professor Lupos tegen, die haar vragend aan keek. “Volgends mij mag je niet meer op de gang lopen op dit tijdstip.” Liëne keek hem zenuwachtig en schuldbewust aan. “Sorry menneer maar ik…” Lupos onderbrak haar. “Ik zie het deze keer door de vingers maar de volgende keek zal dat niet meer zo zijn, tenzij je een goede reden hebt. Maar nu ik je toch tegen kom wil ik je graag feliciteren, je hebt namelijk alweer het hoogste cijfer van de klas. Je hebt echt talent voor verweer tegen de zwartte kunsten. Ik ben toch wel trots op je als ik dat mach zeggen.” Liëne bloosde licht door het compliment. De blik van Lupos veranderde van blij naar bezorgd. “Maar ik heb ook gemerkt dat je de laatste tijd iets dwars zit. Als je wilt kun je ook naar mij toe komen mijn deur staat ook open.” Hij keek Liëne nog steeds bezorgd aan. “Dank u wel professor dat zal ik doen.” Lupos was echt haar favoriete professor. Hij was de enige die echt gezellig en aardig was. En hij stond gewoon voor haar klaar, niet dat hij haar voor trok, maar toch gaf hij net dat beetje aandacht dat ze van een volwassen persoon nodig had. Lupos glimlachte naar haar en nam afscheid. Liëne was nog geen twee gangen verder toen ze weer voedstappen hoorde. Angstig keek ze om zich heen, maar zag nergens iets waar ze zich achter kon verschuilen. Ze draaide zich om op het moment dat de persoon de hoek om kwam lopen.
Er zijn nog geen reacties.