Foto bij Oblimemos

Een legende, de Oblimemos. Niemand heeft hem ooit gezien. Hij bestaat alleen in verhalen. Men zegt dat de Oblimemos een gruwelijk wezen is dat je eeuwenlang leed bezorgt. Dit zou hij doen door middel van zijn derde oog. Die op zijn voorhoofd zit. De Oblimemos gaat specifiek te werk. Zijn slachtoffers maakt hij niet willekeurig. Mensen die anderen leed bezorgen zijn z’n prooi.

Niemand weet hoe de Oblimemos eruit ziet, niemand heeft hem immers gezien. Toch hebben mensen een eigen beeld van hem gevormd: ‘Het is een man, met lange vettige haren tot op z’n knieën.’
‘Nee, het is geen mens, een wezen, dat wel op 2 benen loopt maar helemaal behaard is, over z’n gehele lichaam.’
‘Nee, een geest, die in de lucht zweeft.’ De bedenkingen zijn aardig verdeeld. Toch gelooft lang niet iedereen hierin. ‘Hoe zou dat monster nou kunnen bestaan? Niemand heeft hem ooit gezien. Niemand heeft ooit enig spoor van hem gevonden.’

Mensen kunnen vreselijk zijn. Denken dat ze boven anderen staan door ze omlaag te halen. Plagen, pesten, beledigen, ruïneren. Het slachtoffer van de Oblimemos behoort tot de ergste groep: ruïneren.


Dit is het verhaal van Marten. Hij is 17 en zit in z'n eindexamen jaar. Op de basisschool plaagde hij al. Zijn klasgenoten waren het slachtoffer. Toen waren het nog grapjes, maar Marten ontdekte dat 'macht' over iemand hebben leuk is. Het gaf hem het gevoel dat hij de baas was. Naarmate hij ouder werd, begon het pesten. Zijn doelen waren stuk voor stuk onzekere klasgenoten. Hij werd de pestkop van de klas. Toch kreeg hij het voor elkaar 3 vrienden op te trommelen. Alledrie hadden ze dezelfde interesse: anderen omlaag halen. De jaren gingen voorbij en in Marten's 3de jaar had hij een jongen gevonden die hij al een jaar lang pestte. Op school, op straat, via internet. Steeds meer manieren vond hij om deze Steven onzekerder te maken. Of het Marten verveelde, nee, het werd alleen maar leuker. Zijn vrienden had hij ook overgehaald mee te doen. En wat deden ze dat graag. In hun 5de jaar ging het nog steeds door. Marten kreeg het voor elkaar om Steven klusjes voor hem te laten doen. Dat begon onschuldig met huiswerk maken, corvee overnemen, maar het werd steeds erger en Steven moest zo nu en dan pakjes ophalen bij contacten die Marten had. Drugs. Hier is hij nooit voor opgepakt. Marten had het allemaal goed voor elkaar. Vrienden, goede cijfers, geen problemen thuis, drugs en een slaafje. Als hij iets moest doen, haalde hij Steven erbij. Als hij woedend was, sloeg hij Steven in elkaar. Het luchtte hem op, iets hebben waar je alles op kwijt kan. Tot die ene avond.
Morgen is het maandag. Hebben we nog huiswerk? Even in mijn agenda kijken. 'Hè bah.' Engels, dat is altijd zo belachelijk veel. En het is 9 uur 's avonds, dat ga ik echt niet meer doen. Even Steven bellen. 'Tuut..tuut..tuut..' 'Wat?!' Waarom neemt hij niet op? Hier zal hij voor boeten. Hij heeft nog nooit niet opgenomen. Ik ga dat dus écht niet maken. Dan maar nakomen. Ik zorg er wel voor dat ik niet kan en dat Steven mijn plaats in neemt. Ik ging languit op mijn bed liggen. Wat ga ik nu doen? Huh, wat is dit? Zo heb ik me nog nooit gevoeld? Het lijkt wel of er iets of iemand in mijn kamer is. Ik voel zijn aanwezigheid gewoon! Ik ging rechtop zitten en keek rond. Niemand. Vreemd. Ik keek nog eens goed rond. De lamp op mijn kamer flikkerde. Wat is dat nou? Zijn de stoppen eruit ofzo? Ik stond op om het lichtknopje opnieuw aan het uit de doen. Wat was dat? Zo snel als ik kon draaide ik me om. Ik zag iets, een witte vlaag. Ik ga wel naar beneden. Ik draaide de deurklink om. Op slot. Wat?! Hier zit helemaal geen slot op! Wat is hier aan de hand?! Dit wordt niet leuk meer! Ik keek nog eens goed de kamer rond. En toen zag ik het. In de hoek van mijn kamer. Het zweefde. Whattee...? Fack! Ik moet hier weg! Dit kan niet, wat is hier aan de hand?! Een gedaante, zwevend in de lucht. Het had geen benen. Het doorzichtige laken hing losjes over zijn schouders. Lange zwarte haren en 2 enorme zwarte oogkassen met daarboven een dicht oog. Fack fack fack!!! 'HELP!' Maar niemand kwam, niet eens een geluid van beneden. De gedaante zweefde naar me toe. Ik deinsde achteruit, maar dat kon niet door de muur. Het kwam steeds dichterbij, dichterbij. Zijn hoofd hing losjes op zijn nek. Ik voelde hoe hij naar me keek. Via zijn oogkassen, waar geen ogen in zaten. Het keek gewoon dwars door me heen! De gedaante was nu nog maar 1 meter van mij vandaan. Hij stopte. Ik was bang. Voor het eerst was ik bang in mijn leven. Ik stond te trillen, zweten. Ik kon niet schreeuwen, mijn stem was compleet naar de grond gezakt. Het hoofd hief zich op en keek naar mij. Het derde oog opende zich langzaam. Rood. Het oog was bloedrood. En toen, toen gebeurde het. Ik zag Steven. Steven zat op zijn bed, huilend. Steven zat achter de school, huilend. Steven zat thuis, alleen op de bank, met de tv aan, huilend. Ik zag hem overal, alleen maar huilen. Ik voelde al zijn verdriet, in mij. 'Stop. Stop, alsjeblieft.' Ik zakte door mijn knieën, het bleef maar komen. De pijn, het lijden. Het stroomde naar binnen. Ik schreeuwde het uit. Ik greep naar mijn hoofd, het bleef maar komen. 'STOP! ALSJEBLIEFT! IK KAN HET NIET MEER AAN!' De geest had zijn werk gedaan en verdween. Ik lag op de grond, schreeuwend van de pijn. Het verschroeide mijn lichaam. Niemand die me hielp, niemand die kwam. Het leek alsof de wereld was uitgestorven om me heen. Terwijl ik daar lag, jammerend van de ellende, die ik nu voor altijd bij me zou dragen. Het geluk dat ik ooit dacht te hebben, komt nooit meer terug.

23-07-10

Marten Johnsen pleegte zelfmoord.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen