Foto bij XXXI

Alice Potter

Geschrokken laat ik Remus los als ik James mijn naam hoor zeggen. ‘Rem?’ Even kijkt hij hem verbaasd aan, maar kijkt hij hem woedend aan. ‘Mijn zusje?’ Hij komt dichterbij, Remus blijft stil. Als James weer een paar stappen zet, vertrekt zijn gezicht even van de pijn. ‘Ik dacht dat je…’ Hij kijkt me kort aan, voordat hij zich weer op Remus richt.
‘Wat? Zo is het helemaal niet!’ James blijft Remus aankijken.
‘We zijn gewoon vrienden, James.’ Remus’ stem klinkt raar, emotieloos.
Even blijft James hem aankijken, maar dan kijkt hij naar mij. Pas als ik knik ontspant hij wat. ‘Heb je gehuild?’ vraagt hij dan, zijn stem klinkt ineens bezorgd.
‘Ja,’ zeg ik. ‘Gewoon een beetje spanning eruit.’ Ik kijk even naar Remus, maar hij kijkt me niet aan. James knikt, zijn gezicht staat weer strak. ‘Waarom kwam je eigenlijk naar beneden.’
‘Ik werd wakker en-’ Hij maakt een vaag handgebaar, geen goed idee, want zijn gezicht vertrekt van de pijn en hij grijpt naar zijn schouder. ‘Auw,’ piept hij.
‘James, je moet echt naar de Ziekenzaal,’ zegt Remus.
James schudt zijn hoofd en ik kijk hem even aan. ‘Jawel,’ besluit ik. Ik pak mijn toverstok en verlicht de ruimte, waarna ik naar het schilderij loop en het open. Remus ondersteunt James, die daar niet heel blij mee lijkt te zijn, en samen lopen ze door het portretgat.
‘Hoe ben je eigenlijk van de trap af gekomen, zonder hulp?’ vraag ik, toen ik hem de trap op moest helpen ging het zo moeizaam dat ik betwijfel of hij dat ook alleen zou kunnen.
‘Zittend…’ mompelt hij.
‘Zittend?’ Ik trek mijn wenkbrauwen op. ‘Als een klein kind?’ Hij kijkt me even dodelijk aan en ik probeer niet te lachen. ‘Wat een goed plan,’ zeg ik, niet erg overtuigend.
‘Houd je mond,’ mompelt hij.
De rest van de weg naar de Ziekenzaal blijft er een ongemakkelijke stilte hangen, we komen zelfs geen leraar tegen.
In de Ziekenzaal zet Remus James op een bed en schudt even met de arm waarmee hij James ondersteunde. Ik loop naar het kamertje van madame Plijster en klop op de, hoe verassend, witte deur. Het duurt even, maar dan hoor ik wat gestommel en gemompel. De deur wordt opengetrokken en Plijster kijkt me slaperig aan. Ze heeft een roze badjes aan en haar haar steekt alle kanten op.
‘Wat is er aan de hand?’ vraagt ze zacht, ondanks dat we haar midden in de nacht storen klinkt haar stem nog steeds vriendelijk.
‘James is gewond. Hij viel van de trap in de leerlingenkamer,’ zeg ik, harder dan Plijster omdat ik hoop dat James het zo ook kan horen…


---
Weer in de Top Stories! Ahw, jullie zijn echt lief C:

Reageer (28)

  • Mylintis

    Jij bent lief omdat je zoveel schrijft ineens(A)
    Heeft James midden in de nacht niks beters te doen dan zittend van een trap af stommelen? En ik dacht dat ík levenloos was... Ha :'D

    1 decennium geleden
  • Clive

    Haha, zittend ;3
    Ik hoef niet eens te vragen of je snel verder gaat, want dat doe je gelukkig al! ;D
    xx

    1 decennium geleden
  • SuperrrLouis

    jij bent ook lief, want je schrijft mooi, en je schrijft hoofdstukjes <3
    =D goeie smoes =D
    verdr verder verderrrrrrrrr!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen