Part 5.4 - I want to know you.

Zayn point of view.
Ik kijk zoekend naar buiten. Ik hoop dat Eva komt, dat ze me een kans wilt geven. Ik draai mijn hoofd een beetje als ik een meisje in de deur opening zie staan van de Starbucks. Er ontstaat een glimlach op mijn gezicht als ik zie dat het Eva is. Ze kijkt om zich heen en haar blik blijft bij mij hangen. Ik zie haar onzeker hierheen lopen. Ik zie de pijn in haar ogen. “Hee.” Zegt ze en gaat tegenover me zitten. “Hee.” Een ober komt naar ons toe en neemt onze bestelling op. Hij loopt weer weg. “waarom moest ik hier heen komen?” vraagt Eva en speelt wat met haar handen. “ik..” Ik zoek naar woorden. “je
begreep me verkeerd..” zeg ik dan maar. Ze kijkt me niet begrijpend aan. “Wat bedoel je?” Ik zie de twijfeling in haar ogen. “Vanmiddag toen we dat gesprek hadden.. je begreep me verkeerd. Of nou ja, je liet me niet uit praten..” Ze slaat haar ogen neer. “Ik wou er nog achter zeggen dat ik je nog niet goed ken en je eerste beter wil leren kennen.” Mompel ik zacht. Ze kijkt meteen weer op en zie een twinkeling in haar ogen. “Dan moeten we maar beginnen” ik lach. “zo ken ik je weer.” Zeg ik en pak haar hand vast die op tafel ligt. “zo dus wat is je levensverhaal?” vraag ik met een wenkbrauw wiebel. Ja, die heb ik van Melissa gepikt. Stiekem hoor. “Nou 29 Mei in 1995 werd ik dus op deze aarde gezet en vanaf die dag loop ik hier dus een beetje rond. Ik hou van dansen, zingen en gek doen.” Ik keek haar geïnteresseerd aan. “ga verder.” “wat wil je weten?” “alles.” Ze lacht en verteld verder. Over haar leven, school, vriendinnen. Alles dus. “Nu jij.” Ik grinnik. “Ik ben dus 19 Januari 1993 op deze aarde gezet. Ik hou van zingen en haat dansen. Ik kan niet zwemmen en hou ook niet van voetbal. Ik heb 6 hele goede vrienden, genaamd Liam, Louis, Harry, Niall, Melissa en het aller belangrijkste Eva, ken je haar?” ze lacht. “Mm.. Ik denk dat ik haar wel ken.” Ik grinnik. Ik vertel haar ook alles. Mijn leven, school, vrienden, de band en alles. Eva luistert aandachtig en knikt soms. Onder tussen komt de ober en brengt ons onze koffie. Ik neem de warme beker in mijn handen. Ik haat koude handen. De rest van de avond hebben we nog veel gelachen en ik moet zeggen. Ik ben voor haar gevallen en hárd.