HS 5
Mijn bagage achter me aanzeulend, volg ik de groep Belgische leerlingen op weg naar het hotel in Firenze. Ik ben nog moe van de busreis en wil me zo snel mogelijk neerploffen op een zacht bed. Helaas krijgen we niet veel tijd om ons te installeren op de hotelkamer. We hebben al een dag verloren door de problemen op de luchthaven en de begeleiders vinden dat we geen tijd meer te verliezen hebben. Eens in de hotelkamer aangekomen, fris ik me snel op en begeef me opnieuw naar de lobby. Daarna vertrekken we meteen op verkenning. Ik neem Rika bij de hand en volg de groep. Ook de volgende dagen wordt dit ritueel herhaald: Ik hand in hand met Rika en Kayla aan mijn andere zijde. Kayla weigert steeds om een hand te geven en ondertussen dring ik niet meer aan. Rika’s hand vasthouden is al voldoende voor mij.
Na enkele dagen begin ik te merken dat veel leerlingen raar opkijken als Rika en ik weer eens dicht bij elkaar lopen, in elkaars oor fluisteren of op elkaars schoot zitten. De vreemde blikken wennen wel, maar tijdens een van de vele wandelingen vang ik iets heel vreemd op. Achter ons lopen twee jongens en ondanks al hun moeite fluisteren ze niet zacht genoeg.
“Die schamen zich echt niet hè, en volgens mij hebben ze niks door. De hele groep roddelt over hen, maar zij weten van niks.”
Ik frons mijn wenkbrauwen. Zijn ze nu over Rika en mij bezig? Ik kijk achterom. Mijn blik kruist even de blik van een van de jongens, maar die draait snel zijn hoofd om alsof hij op heterdaad betrapt is.
Na een hele dag en nacht piekeren over het gesprek van de twee jongens, ontdek ik wat er gaande is.
“Weet je wat Mateo me daarstraks vroeg?” vraagt Kayla wanneer we ’s avonds rustig op de kamer zitten.
Rika en ik schudden onwetend ons hoofd. Met een nieuwsgierig blik kijken we eerst naar elkaar en dan naar Kayla.
“Hij vroeg of jullie iets hadden?”
“Als een koppel?” vraagt Rika verbaasd.
Kayla knikt.
“Hij geloofde het niet, maar de rest zou dat denken omdat jullie zo close zijn.”
“Daarom dat Mateo vanmorgen tussen ons kwam staan,” lacht Rika. “Zijn mislukte poging om ons te doen schrikken was gewoon een manier om dichterbij te komen en uit te vissen of wij echt iets hebben.”
Het onderwerp van de avond is aangekaart en ook de volgende dagen van de reis wordt het regelmatig bovengehaald. Rika en ik blijven even close met elkaar omgaan. Af en toe kan ik het niet laten om de roddel zelfs nog wat te versterken. Wanneer enkele leerlingen ons weer vreemde blikken toeschieten tijdens het avondeten neem ik ongegeneerd Rika’s hand vast en noem ik haar, luid genoeg, ‘schatje’. Kayla, Rika en ik beginnen meteen te schaterlachen en de anderen wenden geschokt hun blik af. Ik glimlach genoegzaam en geniet van het gezelschap van mijn vriendinnen, ondanks het luide gefluister achter mijn rug.
Er zijn nog geen reacties.