12.Reis deel 2

Ame en ik hebben vanacht om de beurt gewaakt en dan geslapen.Gelukig zijn er geen familie leden van dat monster langs geweest vanacht maar we zullen nu wel exra voorzichtig zijn.Amy lich nog te slapen dus ga ik maar alvast water halen en een vuur starten.Ik loop in zuidelijke richting het bos in.gelukig heb ik al snel een beekje gevonden.Ik vul mijn kom met water en loop terug naar het kamp.Ame is nu wel wakker.'Goedemorgen zus.''Ook goedemorgen zusje, wat zijn de plannen voor vandaag?''Nou ik denk dat als we vandaag goed door rijden dan zijn we voor de nacht in Luyana.'zeg ik.'Lijkt me een goed plan ik kan niet wachten om Peter weer te zien.''Goed laten we het kamp maar opbreken en de paarden maar gaan opzadelen, doe jij het kamp dan ga ik naar de paarden,'zeg ik.'oke prima,'
Ik loop naar naar het grasveld bij het bos.'Kyara,Cytha aboni'roep ik. Snel daarna komen Kyara en Cytha naar me toe gegalopeerd.'Hallo dames hoe gaat het met jullie?'fluister ik.Ik pak een borstel die we hebben mee genomen en ik begin kyara te poetsen. Als ik daarmee klaar ben ga ik verder met het poetsen van Cytha.Ik zadel de paarden op en loop samen naar het kamp waar Amethyst zit te wachten.'Ben je klaar Ame?' 'Ja hoor Luna zullen we maar gaan?''Ja is goed.'Ik loop naar Kyara en stijg op.Ame gaat op Cytha zitten.'Welke kant op Luna?''We moeten de heleweg richting het zuiden lopen ik denk dat het nog een km of 20 is.'Ik spoor Kyara aan en in draf gaan we in zuiderlijke richting op naar Luyana.als we een paar uur hebben gereden zie ik in de verte wat mannen in de bosjes staan.'Ame dat zijn rovers ga snel stappen en doe alsof we ze niet hebben gezien.'ame knikt naar mij en we gaan stappen.We komen steets dichterbij en ik zie dat de mannen ons nu ook gezien hebben.ze komen naar ons toegelopen als we bijna bij ze zijn ga ik stilstaan.'Goededag Miladies wat doen jullie in een bos zo ver bij huis vandaag als ik vragen mag?'zegt een van de mannen die waarschijnlijk de leider is.Ik kijk naar Ame om haar telaten weten dat ze niets moet zeggen.'Dat zijn uw zaken niet meneer,'antwoord ik.'Wij kunnen je wel van al u zware last afhelpen,'zegt de man.de mannen trekken hun zwaard en komen op ons afgerent.Ik trek mijn zwaard en sla de eerste met gemak om.'Ame trek je zwaard of vlucht.'roep ik terwijl ik de volgende rover neersla.even zie ik dat Ame twijfeld maar dan pakt ze toch haar zwaard en slaat de laatste neer.'Oke dat was minder laten we snel doorrijden voor hun vriendjes komen.'zeg ik. We rijden door en binnen een halfuur bereiken we de poort van Luyana.