1.

Mijn vader parkeerde de auto bij een rood huis, ik begreep trouwens niet waarom alle huizen hier rood waren, waarom niet blauw of geel of wit of groen?
‘Dit is ons nieuwe huis, komen jullie het bekijken?’ zei mijn vader. Zuchtend stapte ik uit, ik had niet weg gewild uit Tacoma maar natuurlijk moesten we zonder dat ik er iets over te zeggen had naar La Push verhuizen. Tom vond het wel cool dat we verhuisden, hij had het in Tacoma toch nooit echt naar zijn zin gehad, hij hield van de bomen die we tijdens onze vakantie tripjes tegenkwamen. ‘ Indiana kom je nog naar je kamer kijken?’ vroeg mijn moeder. O ja, ze hadden mijn kamer vast geschilderd en ingericht, alsof ik dat zelf niet kon. Oké dat schilderen was me dus echt niet gelukt maar ik had meer stijl als mijn ouders. ‘Indiana jij komt nu naar het huis kijken,’ riep mijn vader, ik liep chagarijnig naar binnen en opende met tegenzin de deur van mijn kamer. Je kon veel zeggen maar mijn kamer was echt mooi, hij was helemaal in strandkleuren geschilderd en ingericht, mijn schelpenverzameling hing in een letterbak met een glazenplaat ervoor naast mijn bed, ik had hem vroeger altijd onder mijn bed geschoven omdat mijn vriendinnen het beschamend zouden vinden om toe te geven dat ik een schelpenverzameling had, ik kon er niks aan doen maar waar ter wereld ik kwam, ik wou van elk strand een schelp mee nemen. ‘Indiana, Tom we gaan eten.’ Riep mijn moeder. Ik werd bijna omver gelopen door mijn geweldige broertje, dat joch had de laatste tijd een enorme groeispurt gehad, ik paste nog maar net naast hem in de auto.
‘Hoe vinden jullie het hier?’ vroeg mijn moeder.
‘Ik vind het hier gaaf,’ antwoorde Tom.
‘Het gaat wel,’ mompelde ik. Mijn moeder keek me teleurgesteld aan, ze had gehoopt dat ik het toch leuk zou gaan vinden dat we zouden verhuizen. ‘Mag ik naar mijn kamer ik wil gaan uitpakken.’
‘Ga maar.’ Ik rende zo snel mogelijk naar boven maar werd op de gang ingehaald door Tom.
‘Waarvoor was dat in hemelsnaam nodig?’
‘Wat?’
‘Zo bot doen.’
‘O, dus ik moet het opeens geweldig vinden?’
‘Nee maar je kan in elk geval je best doen.’
‘Ik ga uitpakken smurf, wegwezen.’ Geërgerd trok ik de deur achter me dicht en begon met het uitpakken van mijn kleding. Mijn missie voor morgen? Vrienden vinden.