Feest - 40

Die avond nam ik de brief voor de admiraal en liep ik naar de gevangenis. Ik sloop naar zijn cel. Yue had de bewakers ingelicht, zodat die ons niet zouden ‘betrappen’. Ze bleven wel in de buurt, voor als er iets misging.
“Admiraal?”, fluisterde ik, toen ik bij zijn cel was. Hij keek op.
“Wat doe jij hier? En waarom draag je kleren van de waterstam?”
“De prinses heeft me die gegeven. Maar ik heb niet veel tijd. Ze mogen niet merken dat ik niet meer in het paleis ben. Ik heb een brief voor u, van de vuurheer.” Ik stak de brief door de traliën. De admiraal nam hem aan en las hem aandachtig.
“Kan ik een antwoord sturen?”
“Nee, ik kon niet aan pen en papier komen. Zeg me maar wat u hem wilt sturen, dan schrijf ik het bij in mijn brief.”
“Stuur hem maar gewoon dat ik de brief goed heb ontvangen, en dat ze intussen mijn uniform hebben afgenomen. Oh, en geef hem de tip alle watermeesters gevangen te nemen, maar de rest van de stam met rust te laten.”
“Oké”, knikte ik. “Geef me die brief terug, als ze u betrappen is heel het plan mislukt.” De admiraal gaf me de brief terug, en ik sloop de gevangenis weer uit.

In het paleis schreef ik meteen een brief terug.

Geachte vuurheer Azlaï

Ik heb uw brieven goed ontvangen. Zoals u had voorspelt heeft de prinses het gemerkt, en heb ik haar de brief gegeven. Ze had niets in de gaten.
De prinses begint me goed te vertrouwen. Overdag mag ik vrij rondlopen in het paleis. Het paleis uit gaan is me echter verboden, en er zijn ook steeds een aantal wachters in mijn buurt. ’s Nachts wordt ik echter wel opgesloten op mijn kamer. Daar klaag ik echter niet over, aangezien mijn kamer zeer luxueus is.
Ik ben er van overtuigd dat mijn missie zal slagen, ik heb op korte tijd al redelijk veel vrijheden verworven, en stilaan begint de prinses ook over zaken in verband met de stam waar ik bij ben, en informatie uit kan halen. Ik heb echter nog niet voldoende informatie om u deze te sturen.
Ik ben er in geslaagd het paleis uit te sluipen om de admiraal uw brief te bezorgen. Dit is echter zeer riskant, en ik betwijfel of het nog een keer zal lukken. Ik ben immers bijna betrapt. Ik kon de admiraal niet zelf laten terugschrijven, aangezien ik er niet in geslaagd was pen en papier mee te nemen. Hij laat echter weten dat hij uw brief goed heeft ontvangen. Zijn uniform is inmiddels afgenomen, en net als de andere gijzelaar van de prinses draagt hij gevangeniskledij. Ikzelf heb mijn uniform ook niet meer, en mij heeft de prinses kledij van de waterstam gegeven.
De admiraal raadt u aan alle watermeesters uit deze stad gevangen te nemen, en de anderen met rust te laten. Zelf denk ik niet dat het een goed idee is om hen allemaal gevangen te nemen, hoewel die beslissing uiteraard bij u ligt.

Hoogachtend

Lizzie