< 6 >
Ik hoorde het water spatten onder de hoeven van de paarden en in de verte zag ik het strand van Transsylvanië. Ik keek opzij naar Patch. Ik moest toegeven dat hij er niet slecht uitzag en al helemaal niet terwijl hij op zijn zwarte paard over de golven galoppeerde. Ik voelde de wind door mijn haren heel waaien. Ergens miste ik het paardrijden wel. Toen ik twaalf was, reed ik paard. Ik vond het echt super leuk, maar toen mijn vader twee jaar later overleed had ik er gewoon geen zin meer in. Ik voelde hoe een traan over mijn wang heen gleed. Ik miste mijn moeder en broertje, gelukkig was ik nu niet helemaal alleen en hield Patch me nog gezelschap.
De paarden lieten afdrukken achter in het zand toen we het strand opreden. Behendig stapte ik af. 'En wat doen we nu?' Patch keek op zijn mobiel om te zien hoe laat het was. 'Koffie?' Ik knikte. De paarden liepen terug naar het water, op weg naar huis dacht ik. We liepen naar een klein restaurantje en deden onze bestelling. Het was best raar dat we wel gewoon koffie konden bestellen, maar ze ons niet over de zee zagen rijden op paarden. We gingen aan een tafeltje bij het raam zitten. 'Zeg Patch,' begon ik, 'hoe kunnen normale, je weet wel... mensen die nog gewoon leven, ons niet zien toen we op het paard over het water heen reden maar wel toen we hier een bestelling wouden doen?' Blijkbaar was het geen makkelijke vraag om te beantwoorden want het duurde even voor hij weer wat zei. 'Kleine kinderen tot ongeveer vier jaar kunnen ons wel gewoon zien, maar omdat volwassenen niet geloven in geesten en magische dingen zoals paarden die over de golven galopperen en ze hun kinderen ook laten geloven dat het niet bestaat, verdwijnt langzaam die overtuiging dat magie bestaat en zien ze ons niet meer.' Hij nam een slok van zijn dampende koffie en ging verder: 'Maar als we er gewoon uitzien als mensen en ons ook zo gedragen, kunnen anderen ons wel zien. Daarom konden we ook koffie bestellen.'
Het belletje bij de ingang rinkelde toen er een lang, blond harig meisje binnenstapte en onze kant inkeek. 'Hey Patch. Daar ben je dus, ik heb je overal lopen zoeken.' Ze kwam naar ons toelopen en omhelsde hem. Ze pakte zijn koffie, nam er een slok van en keek me wat verward aan. 'Dit is Tamara, ze is nieuw hier.' Ze keek me medeleven aan waardoor ik me nogal ongemakkelijk voelde. Er viel een stilte. 'Je auto staat trouwens buiten.' zei ze om de stilte te breken. Patch pakte de koffie uit haar hand en liep naar buiten. Het meisje volgde maar bleef staan bij de deur om te kijken of ik ook meekwam naar buiten. 'Kom je ook? We met de auto verder naar Patch' moeder.' Ik pakte de koffie van de tafel en volgde haar naar de auto. Patch reed en ik ging samen met het meisje, waarvan ik haar naam nog niet wist, achterin zitten. Alsof ze mijn gedachten kon lezen stak ze haar hand uit en stelde haarzelf voor als Victoria. De auto maakte een ronkend geluid toen we van de parkeerplaats de weg opreden. Door het eentonige geluid van de auto dat ik vijf minuten had aangehoord hield ik met moeite mijn ogen open, tot ik me gewonnen gaf en ze dicht hield en langzaam in slaap viel.
Ik krijg geen reacties, moet ik nog verder gaan?
Er zijn nog geen reacties.