Hoofdstuk 15

Het was gebeurd, suf lag ik op de sofa in the Malfoy Manor.
'Imperio.' ik voelde me ijskoud en liep stijf naar een deur toe.
Ik pakte een bezem en vloog weg.
Ik landde veilig op het erf van the Burrow en liep verder.
Er was niemand thuis, vreemd.
Toen ging er alweer een ijskoude schok door me heen.
Ik haalde een boekje uit mijn zak en gooide het door het open raam, waar de koffers van de Weasleys lagen.
'Finite incantatum.' ik schokte even met mijn schouders en keek verbaasd om me heen.
Toen merkte ik dat het eenendertig Augustus was, morgen al weer naar school.
Ik ging naar binnen en ging op de bank zitten.
'Portus.' ik greep de viavia en landde weer in Goderics end, bij mij thuis, op de bank.
'We gaan!' riep pap.
'Het is pas eenendertig augustus, waarom moeten we nu al weg?' ik stond op en zette mijn handen in mijn zij.
'We moeten Gilderoy Lockhart ontmoeten.' zei pap.
'Waarom moeten we een beroemde schrijver ontmoeten?' vroeg ik.
'Dat vertel ik je straks wel.' Ik had mijn koffer nog niet eens opgetild, of we verdwenen alweer.
'Allo, professor Dumbledore, iek geloof dat wij ier een dag eerder moesten zijn.' zei ik en gniffelde.
Ik keek in de blauwe ogen van Dumbledore en liep verder.
'Ik ben Gilderoy Lockhart, ik kom je dit jaar les geven.' een man met blond, golvend haar pakte mijn hand en schudde hem heftig.
'Allo, iek ben Bella Snape.' ik trok mijn hand vlug terug.
'Zo doen wij dat ik frankrijk.' ik kuste drie keer zijn wangen, links, rechts en nog een keer links.