The Gift of Blood... 11 (twilight)
Edward keek me onderzoekend aan. Het leek wel of hij wou controlleren of ik nog wel de zelfde Bella was.
"Rustig maar Edward. Ik zal één mens en zeker jou vriendin nooit iets aandoen" stelde Accet hem gerust.
Uit Edward keel klonk een zachte dreigende grom. Ik probeerde me uit Edwards greep los te wringen. "Edward.... laat me los," eindelijk verslapte Edward zijn greep. "Wat is hier aan de hand?! Waarom zeiden jullie niet dat jullie haar kende?"
Er viel een doodste stilte...
"Wat heb je haar verteld?" verbrak Jasper uiteindelijk de stilte. "Wat ik ben, meer niet" luide het antwoord.
"Hoelang blijf je?" vroeg Carlisle beleefd zoals altijd. "Een half jaartje. Ik ben hier om mijn broer op te zoeken." "Je half broer? Ik dacht dat je een hekel had aan je hondjesfamilie." kwam Edward tussen door.
Accet gaf hem een lief glimlachjes. "Dat klopt. Maar ik ben veranderd in de jaren. Als iemand dat moet begrijpen ben jij dat," antwoorde ze rustig.
Dat antwoord verbaaste me. Was er iets over Edward wat ik niet wist? Dat zal ik hem wel later vragen. Dit was nu niet bepaald het goede moment.
"Maar ik begrijp dat dit niet het moment is voor een kleine rëunie?" ging Accet verder. Ze draaide zich bliksemsnel om. En verdween in de lucht.
Even viel er een stilte, niemand leek oo maar een spier te bewegen. En zonder ook maar een blik te wisselen draaide de Cullens zich precies op het zelfde moment om naar het huis. En liepen naar de woon kamer. Ik rende en maar achteraan. Binnen zat iedereen op zijn vast plek. Ik ging midden in de woonkamer staan. "Wat is dit nou allemaal?" Iedereen keek weg van me. Iedereen behalve Edward.
"Bella. Accet... ken ik uit een ver donker verleden. Ze heeft geen waarde. Vergeet haar, negeer haar en ga verder"
En daarmee leek de discussie gesloten. Meer antwoord kreeg ik niet. Hoewel ik er juist meer vragen bij had.
"Ik ga een stukje lopen" mompelde ik zachtjes. Ik liep langzaam naar de deur. Achter mijn rug hoorde ik zacht, snel en hoog gefluister. Toen ik mijn voet op de drempel werd er geroepen. "Wacht... ik loop met je mee." Het was Jasper, hij was wel de laatste die ik had verwacht.
Ik draaide me om een glimlachde. Jasper stond al achter me.
Met grote passen liepen we het bos in. Na een paar minuten was er al niets meer te zien van de Cullen Villa en waren we omringt met een hoge, groene naar dennenaalden ruikende muren. Tot nu toe was het een stille wandeling geweest. Jasper wist wat ik wou zeggen. En ik wist dat hij me geen antwoorden zou geven.
"Wat wil je weten?" fluisterde Jasper plots alsof hij voor een paar tellen Edwards gaven had geleent. "Waar kent Accet Edward van. En hoe was Edward vroeger?"
Op dat moment zijn we aangekomen op een van de rotspunten die over de zee uitkijkt. Jasper en ik gaan op een grote met mos begroeide rots zitten.
Hij schapt zijn keel en begint:
Er zijn nog geen reacties.