Hoofdstuk 24

“Hoe hebben jullie dit zo mooi gekregen ik neem aan dat de jongens dit niet hebben gemaakt.” Zegt Anderling. “Nee dit hebben we helemaal zelf gemaakt we hebben bloemen aan elkaar gevlochten voor de bloemenkransen en voor de muts van Blaise hebben we een veer ven een griffioen en een boomblad gebruikt en met magie vergroot. En de dop op Draco’s hoofd hebben we ook vergroot en de rest hebben we gemaakt van bladeren en vergroot met magie en een andere kleur gegeven. En als er nog een oorlog is zijn we er klaar voor.” Zegt Jill zelfverzekerd. “Dat zie ik alleen moet Draco nog een zwaard dan heeft hij ook wapens.” Zeg ik giechelend. “Jullie zullen wel honger hebben na dit alles. Ik zal met jullie meelopen naar de grote zaal zodat we kunnen eten. Verder zou ik voorlopig jullie mantel omhouden als jullie niet gaan rijden.” Adviseert Anderling ons. We doen onze mantels om maar houden onze kappen af. We lopen achter professor Anderling aan de grote zaal binnen. Als we binnenkomen kijkt iedereen ons verbaast aan. Gelukkig hadden Blaise en Draco hun hoedjes af gezet waardoor hun haar door de war zit wat er verdomd sexy uitziet. Ik zie zowat alle meiden met openmond naar onze jongens kijken. We gaan aan de Zwadderichtafel zitten en meteen komt pansy aanlopen. “Hey Draco waar was je afgelopen jaar ik heb je gemist. Mag ik straks achterop bij je als jullie ons naar het perron begeleiden?” vraagt ze terwijl ze dicht tegen hem aan gaat zitten. “Ach zout op Park ik moet je niet en je zal nooit van je leven bij mij achterop mogen.” Zegt Draco geïrriteerd. Ik moet zachtjes lachen. Dan begint Anderling te praten. “Jongens en meisjes ik wil jullie alvast een heel fijne vakantie wensen en ik hoop jullie volgend jaar weer terug te zien en ik wil de laatstejaars veel geluk wensen met hun toekomst. Verder worden jullie door vier leerlingen naar het perron begeleid dus luister goed naar ze. Dat was het jullie mogen nu vertrekken.” Zegt ze. We staan op en lopen naar buiten waar onze eenhoorns staan te wachten. We stoppen onze mantels in mijn tasje en stijgen op. Ik zet Sea nog even naast Moon zodat ik Draco een kus kan geven. Als ik mijn hoofd wil terugtrekken houd hij me tegen en streelt met zijn tong mijn onderlip. Ik open mijn mond een beetje en speel met zijn tong. Overal zijn mensen aan het joelen en fluiten. Als we stoppen druk ik nog even een vluchtig kusje op zijn lippen en kijk dan naar Jill en Blaise die ook aan het zoenen zijn. Het is wel een leuk koppen die twee samen. Ik stuur Sea naar de zijkant van de rij koetsen en Draco stuurt Moon naar voren. Jill stuurt Nature naar de andere zijkant en Blaise gaat met Night naar de achterkant. Als iedereen is ingestapt geef ik Draco het sein en hij draaft weg. De terzielers draven achter hem aan en Jill en ik blijven aan de zijkant en Blaise blijft netjes achter de koetsen. We komen zonder ongelukken aan op het perron en als iedereen weer weg is Galopperen we achter de trein aan. We rijden na een tijdje naast de trein en we zien iedereen bewonderend naar onze paarden kijken. Opeens stopt de trein en we stappen naar voren. Ik stijg af en gebaar de rest dat ze even moeten wachten. Ik loop naar de machinist. “Meneer wat is er aan de hand met de trein?” vraag ik hem. “De motor is kapot we zullen moeten wachten tot dat hij gemaakt is.” “maar onze paarden kunnen de trein wel naar het station trekken hoor maar dan moet u de rem bedienen.” “Is goed hier heb je vier tuigen en ik zal de rem bedienen.” Hij geeft me vier tuigen en ik loop weer naar buiten. “Wat is er aan de hand?” Vraagt Blaise. “De motor is stuk dus gaan onze paarden de trein naar het station trekken dus doe allemaal een tuig om bij je eenhoorn want dan kunnen we gaan.” Ik geef ze allemaal een tuig en niet veel later galopperen we voor de trein. Na een uurtje of twee komen we bij het station aan.