Eluf en Lone waren de tuin aan het platlopen terwijl ze met elkaar aan het worstelen waren. Een aantal tuinkabouters die hen voor de voeten liepen, liepen ze zo omver. De groenten en planten waren ook niet bepaald veilig voor hun vieze voeten.
“Ik mag hem eerst openmaken!”
“Niet, ik ben de oudste!”
“Maar ik ben een meisje. Die hebben voorrang!”
“Nee, alleen dames!”
“Jongens, jongens. De uil wordt bang”, zei hun vader terwijl hij er glunderend bij stond te kijken. Hij leek het niet echt erg te vinden dat alles in het pad van de tweeling werd verwoest of dat de uil bang werd.
“Kijk wel een beetje uit voor de groenten!”
Een tuinkabouter rent het huis binnen, “Te laat, die hebben ze net gemold.” Moeder zucht en veegt haar handen af aan haar schort. Ze duwt de tuinkabouter voorzichtig met haar voet naar buiten. “Ga redden wat er te redden valt.” Ze loopt naar buiten, naar haar man, pakt de uil van hem over en gooit hem naar de tweeling. Eluf had net Lone in een wurggreep toen de uil in zijn gezicht belandde. Verschrikt laat de uil de brief vallen, recht in Lones wachtende handen.
Lone kijkt grijnzend op naar haar broer. “De uil heeft mij gekozen.”
“Nietes, hij vloog mij in mijn gezicht, dus hij koos mij.”
“Mama gooide hem, ze kan nou eenmaal goed mikken! Trouwens, je hebt uilenpoep op je neus.”
Eluf voelde van schrik aan zijn neus en keek toen boos naar zijn zusje. Zijn mond viel open toen hij zag dat ze de brief gewoon al open had gemaakt! Of liever gezegd; de hele envelop en brief in tweeën gescheurd. Schaapachtig keek Lone naar haar ouders.
“Pap? Kun je even helpen?”
“Waarmee?”
“Ik heb de brief in tweeën gescheurd.”
Hun vader zuchtte en richt zijn vinger op de twee helften van de brief. “Reparo”, mompelt hij zachtjes. Met een flits is de brief weer heel.
Eluf en Lone gaan dicht naast elkaar staan en houden beide een kant van de brief vast. Het blijft even stil, maar dan gooien ze de brief in de lucht en springen rondjes. “We zijn toegelaten op Thoris!”
Hun ouders kijken elkaar even aan, dan buigt moeder naar vader toe. “Gelukkig maar, anders zaten we nog een heel jaar met hen opgescheept. Anders wordt de oogst voorgoed vermoord.” Vader barst in lachen uit.
“Wanneer gaan we schoolspullen halen?”
Vader en moeder keken naar beneden recht in de vragende gezichten van hun kinderen. Moeder tikte nadenkend tegen haar kin. “Nadat jullie de tuin weer opgeruimd hebben.” Langzaam en met een naar voorgevoel keken de twee kinderen om. “Shiiiit.”
De tuin was een werkelijke ravage geworden. De planten lagen er vertrapt bij, het gras lag er op sommige plaatsen uit en niet te vergeten een aantal tuinkabouters lagen voor pampus verspreid. De kabouters die nog wel konden bewegen waren de nog bruikbare groenten naar binnen aan het brengen.
Lone keek smekend om, “Kunnen we niet eerst schoolspullen halen?”
“Nee, want dan raken jullie de tuin niet meer aan. En hoewel dat aanlokkelijk is, blijft het dan zo’n rotzooi.”
Met veel gemopper begon de tweeling aan het herbouwen van de tuin. Gelukkig hadden hun ouders standaard extra planten in de schuur staan, juist voor dit soort voorvallen. De tweeling had inmiddels aardig wat ervaring met de tuin herbouwen en dus ging het nog aardig snel. Alleen aan de tuinkabouters konden ze weinig doen, dus die gooiden ze op een hoopje in de hoek totdat ze wakker werden. Toen moesten ze hun verontschuldigingen aanbieden al hechtten de tuinkabouters daar inmiddels zeer weinig waarde aan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen