Hfdst #3
...We gingen de deur uit en om de hoek stond Edward me met een bekeurende blik op te wachten. Hij keurde me van kop tot teen alsof hij er voor moest zorgen dat hij met goed geklede mensen op pad was, ik zal hem eens in zijn moordend korset wormen eens zien hoe hij dan zal kijken. We vertrokken naar beneden, en op het einde van de trap zag ik weer diezelfde man van daarstraks. Hij stond daar helemaal alleen te wachten, misschien op zijn vrouw of moeder. Mijn moeder kwam naast me lopen en fluisterde in mijn oor:’ Hij daar beneden wordt onze gids voor vandaag, is dat niet erg? Dat ze z’n laag geschoolde man met ons opzadelen? Wat moeten de baron en zijn vrouw wel niet denken van ons?’
‘Moeder!’ Antwoorde ik. ‘Je zou eens wat meer respect kunnen tonen.’ Edward keek me aan met dezelfde afkeurende blik als mijn moeder, maar ik was al op mijn weg naar beneden om er iets van te kunnen zeggen.
‘Hallo, ik ben Alice Dowson.’ En ik schudde met een extra brede glimlach op mijn gezicht zijn hand.(Geschreven door SweetCola)
Ik voelde me erg opgelaten en maskeerde het door zo zelfzeker mogelijk over te komen. Deze man was er als eerste in geslaagd om me, al was het maar een paar seconden, van mijn stuk te brengen. Het was geen opmerking dat gevleid bedoeld was. Door de spottende ondertoon waarop hij elk woord uitsprak, lag de afgunst er met een dikke laag opgesmeerd.
'Zag het grof brood er vandaag lekkerder uit dan het witte brood? Of kon je weer niet kiezen door het grote aanbod en nam je zomaar wat?'
Misschien was ik de eerste seconden niet echt opgelaten, maar eerder verbaasd. Ik had inderdaad een sneetje grof brood naar binnen gewerkt. Voor zover ik er nog iets in kreeg zonder mijn hele bovenstuk te laten springen. Totdat dit me ter oren kwam:'Er zit brood tussen je voortanden.' Hij glimlachte poeslief, keek alsof hij wachtte op een bedankje en een schattig kuiltje vormde zich in zijn wang. Zo snel als ik kon haalde ik de resterende etensresten vantussen mijn tanden met mijn tong. Ik berispte mezelf dat ik hem schattig noemde en probeerde mijn waardigheid nog een beetje te redden door gepikeerd te glimlachen -meer kon ik echt niet meer opbrengen- en te doen alsof er niets gebeurd was. Met een ruk draaide ik me om en stapte naar de perfect gesnoeide tuin van de baron toe aan de zijde van moeder en Edward geleid door de volgens mijn moeder laaggeschoolde man. Elke keer als hij stopte om ons iets meer te vertellen over de bloemetjes en de bijtjes, wat ik zeer slaapverwekkend vond, eindigde hij elke keer zijn uitleg met een charmante glimlach mijn kant uit te sturen en hij keek zo diep in mijn ogen met zijn mosgroene irissen dat elk meisje wel flauwviel bij zoveel mannelijke schoonheid. Misschien deed hij het wel om me wakker te houden. Want door zijn blik kreeg ik op onverklaarbare wijze een soort energiestoot door mijn lichaam gestuurd en wandelde ik zonder moeite tot bij de volgende boom, struik of bloem. Maar ik denk eerder dat hij me op die manier aan het uitlachen was, dat hij dacht: zie dat verwend nest daar nu staan met al haar geld, maar ik kan haar toch weer mooi van haar stuk brengen, haar even laten weten dat niet alles door haar gecontroleerd kan worden of gaan zoals zij het wilt. Het ergste vond ik dan ook dat ik heel mijn leven probeer niet zo te zijn of zo te lijken. De gedachte aan dat hij dacht te weten wie ik was, kwelde me. Hij was de eerste man die werkelijk mijn gedachten overheerste.
Na een uur gewandeld, gegeeuwd, geslapen en geënergiestoot te zijn geweest, liet moeder mij en Edward even alleen verderwandelen. Dit was alles behalve mijn idee. Terwijl Edje zijn arm in de mijne haakte zonder enige respons van mijn kant, wat uitmondde in een zeer onelegant gewring, gaf hij me een zuinige glimlach. Onder het alziend oog van mijn moeder was hij één en al stijfsel. Wanneer we samen uit het zicht van moeder gestapt waren, haakte hij meteen zijn arm uit de mijne en maakte een paar knoopjes van zijn hemd los. Ineens staakte hij onze zwijgzame wandeling en draaide zich met een ruk om mijn kant uit.
'Weet je, ik ben hier net als jij tegen mijn zin.'
Ik wou protesteren zoals mijn moeder me geleerd had en zeggen dat ik het allemaal zeer interessant vond. Maar voor ik ook maar de knop kon omdraaien en ook eens doen wat ik wou nu mijn bemoeizuchtige moeder uit de buurt was, was hij me voor.
'En je hoeft niet te doen alsof. Ik heb je met mijn eigen ogen zien zuchten, kreunen, met je ogen draaien en bijna snurken.'
Mijn ogen waren waarschijnlijk zo groot als schoteltjes geworden. Ook ik dacht dat ik Edward kende. Edward, de rijke eerstgeborene. Edward, de kontlikker. Edward, het moederskindje. Nee, hij was gewoon een normale jongeman die liever met vrienden kaartte en met mooie meisjes dansten die hij zelf uitkoos dan hier een doodsaaie tuin te bezichtigen met een meisje die hij nog nooit van zijn leven ontmoet had en misschien ook helemaal zijn type niet was. Plots vond ik hem sympathiek en besefte ik dat ik geen haar beter was dan de man met de mosgroene ogen..
.
Er zijn nog geen reacties.