Hoofdstuk 16: London
Nele besloten om even het dreuzel Londen te verkennen en nadien naar de wegisweg te gaan.
“Zullen we wel wat rustige weggetjes doen? Ik wil niet teveel in contact komen met de dreuzels.” “Ja tuurlijk, ik ook liever niet! Hé, Bellatrix! Ik heb een geweldig idee! Jij kan toch onzichtbaarheidspreuken uitvoeren he?” “Ja natuurlijk, wat is je plan en moet ik me zorgen maken?” “Haha, tuurlijk niet. Kom even mee” Nele trok me in een steegje en sommeerde 2 bezems tot bij ons “Kijk, jij maakt ons en de bezems onzichtbaar en dan vliegen we toch gewoon door Londen?” “Nele, je bent geniaal!” we voerden ons plan uit en zo zagen we Londen eens van bovenaf. Ik moest toegeven dat het een prachtige stad was. Toen we voorbij reclameaffiches en winkeletalages vlogen, werd me ook ineens duidelijk hoe hard dreuzels naar magie verlangden; films over heksen en tovenarij, verkleedkleren en magische wezen kostuums, speelgoed toverstokken, … wat een zielige boel allemaal, ze zullen ons nooit kunnen evenaarden. Na een paar uur vliegen keerden we terug naar het steegje, hieven de onzichtbaarheidspreuk op en lieten de bezems weer verdwijnen. “Kom Nele, tijd voor de echte wereld!” Toen we via de lekke ketel aan de wegisweg kwamen, zag ik Nele’s ogen groot worden van verbazing “Jee, Nele, je zou haast zeggen dat je hier nog nooit geweest bent!” Nele werd rood en stamelde wat over Perkamentus en spullen. “Wacht even, wil je me nu zeggen dat je hier werkelijk nog nooit geweest bent? Maar je zit toch bij Zwadderich, je bent toch van zuiver bloed?” “Ik hoop dat je me nu niet haat Bellatrix, maar eigenlijk ben ik maar halfbloed, het spijt me, ik weet dat ik het je had moeten vertellen maar ik was bang dat je kwaad zou zijn en dat ik je kwijt zou raken” “Sorry Nele, ik moet hier even over nadenken…” ik liet Nele achter en dwaalde wat rond op de wegisweg en probeerde alles op een rijtje te zetten… Nele was de vriendin waar ik altijd zoveel plezier mee had, maar ze heeft me belogen. Ze heeft me altijd gesteund, maar wat als mijn ouders het te weten komen? Ze heeft me toch ook niet laten vallen toen ze zag wat ik gedaan had? Maar ze is HALFBLOED… Wat moet ik nu doen?
Toen we later op de avond samenkwamen op de afgesproken plaats, merkte ik dat Nele er niet was. “Mam, pap, heeft er iemand Nele gezien?” “Ja lieverd, die is even geleden naar huis gegaan omdat ze zich onwel voelde. Hoe komt dat je dat niet wist?” “We hebben ruzie gemaakt… Wat bedoel je met ‘naar huis’?” “Naar Grimboudsplein natuurlijk. Waar anders?” “Papa, je moet me onmiddellijk naar daar brengen. We moeten verschijnselen, nu!” “Rustig Bella, waarom die haast?” “Doe het nou toch gewoon! Straks is ze weg!”
We verschijnselden en toen we aankwamen in het huis, spurtte ik zo snel mogelijk naar onze kamer, waar Nele al bijna alles ingepakt had. “Pap, laat je ons even?” Papa verliet de kamer. “Nele, waar ben je mee bezig?” Nele keek op, met tranen in haar ogen. “Bella, ik begrijp best dat je me hier nu niet meer wil, dus ik vertrek terug naar Zweinstein…” “Nee, Nele, luister even, ik was geschrokken, ja, maar ik zou je echt niet willen missen. Alsjeblief, blijf…” “Maar ik ben een hàlfbloed, wat als jouw familie daarachter komt? En ik heb tegen je gelogen… Ik begrijp het als je me niet kan vergeven.” “Dat van dat liegen, daar heb ik het inderdaad nog moeilijk mee. Ik dacht dat we elkaar konden vertrouwen, na alles… Maar dat van dat halfbloed zijn, de sorteerhoed heeft je toch in Zwadderich geplaatst, dus je bent één van ons! Wat mijn ouders betreft, ik vertel hen niets, maar dan moet jij wel blijven, oké?” “Oké. Bedankt” Mijn moeder kwam de kamer binnenstormen “Nele, lieverd, alles goed? Bellatrix zei dat je wou vertrekken!” “Ja Druella, we hadden ruzie maar het is al weer goed.” “Oh, daar ben ik blij om! En niet alleen omdat jullie vanavond het eten moeten klaarmaken hoor” “Wat? Mam, moeten we echt het eten klaarmaken? We mogen toch magie gebruiken zeker?” “Eten klaarmaken? Magie? Ik heb nog nooit eten gemaakt met magie hoor! Ik kan nog geen toverdrank maken! Ö” Nele keek verbaasd van de één naar de ander. “Daar moet je je geen zorgen om maken hoor Nele, ik zal jullie twee wel helpen. Bedenken jullie al maar wat jullie gaan maken, ik moet weg, er is een probleem met Narcissa en Sirius” en ze haastte zich uit de kamer. Ik draaide met mijn ogen “Sirius weer”
Er zijn nog geen reacties.