Hoofdstuk 15: Sirius Zwarts
Toen we in de ruime eetkamer aankwamen, werden we begroet door wat familieleden, liet ik Nele de ‘Zwarts familiestamboom’ zien en gaf ik haar een verdere rondleiding door het huis. Uiteindelijk kwamen we aan bij een ruime kamer. De muren hadden de kleuren van Zwadderich en het Motto van de familie Zwarts ‘Toujours Pur’ kwam er ook in voor, maar aan de rest van de kamer kon je niet merken dat die toebehoorde aan iemand van zuiver bloed. In het midden van de kamer stond een groot bed met daarop… ‘Sirius!’ de jongen keek op ‘Ja, mam?’ ‘Zeg liever gedag aan je nichtje, in plaats van je daar weg te steken!’ en met deze woorden verliet Walburga Zwarts de kamer. ‘Bellatrix’ zei Sirius, bij wijze van een groet. ‘Is dat al dat je kan zeggen, m’n kleine Siriusje, m’n lievelingsneefje? En heb je je al bekeerd of ben je nog steeds een bloedverradertje?’ ‘Bemoei je met je eigen zaken, Bellatrix. Ik moet jou niet dus ga met je volgelingetjes uit m’n kamer, dag!’ ‘ik zou maar niet zo’n toon aanslaan tegen me, want daar krijg je later ongetwijfeld nog spijt van, neefje’ dit laatste woord zei ik met de afkeer die ik altijd al voor dat joch gevoeld had ‘Was dat alles? Ik ben aan het lezen en heb dus even geen tijd voor jou…’ ‘Oh, wat is de kleine Sirius stoer, maar hij vergeet één ding, namelijk dat ik een stok heb en hij niet’ ‘En dan vergeet Bellatrix ook wat, namelijk dat ze die niet mag gebruiken buiten Zweinstein’ ‘Ow, maar als het echt nodig is, doe ik het wel hoor. Kom Nele, Cissy, laten we gedag zeggen tegen ons toffe neefje, Regulus’ en we verlieten Sirius’ kamer. ‘Hoe oud is je neefje juist, Bellatrix?’ ‘Zeven, maar hij is een echte pest’ ‘hmmm, vrij mondig voor iemand van zeven hé?’ ‘Ja, en vrij irritant, arrogant en verraderlijk ook’ Nele grinnikte ‘Gelijk heb je, en ik ken hem nog maar net’ Aan de andere kant van de gang was nog een kamer, die van Regulus. We gingen de kamer binnen en vonden daar een kleuter die aan het spelen was met een huiself. ‘Nele, dit is Regulus en de elf is Knijster’ Toen Knijster de stem van Bella hoorde, stond hij vliegensvlug op en maakte een diepe buiging voor ons. ‘Juffrouw Bellatrix! Juffrouw Narcissa!’ ‘Dag Knijster’ het jongetje kwam nu ons ook naar ons toegelopen ‘Bella’ ‘He, Regulus krijg ik een dikke knuffel?’ Regulus gaf Bellatrix en Narcissa een knuffel. ‘Dus dit is je andere neefje?’ ‘Ja, hij is 5’ ‘Hij is schattig’ vond Nele.
‘Bellatrix, gaan we naar beneden? Ik heb honger…’ vroeg Narcissa ‘Ja dat is goed, Regulus, ga jij ook mee eten?’ ‘JA!!’ Ik pakte Regulus op en we gingen naar beneden. Nele vond het nog steeds eng om langs de afgehakte koppen van de huiselfen te lopen, merkte ik. Toen we beneden aankwamen zag ik dat mama ook was aangekomen ‘Daar is mijn lieve kleine meid! Hoe was het op school?’ ze gaf mij een knuffel en richtte zich dan tot Nele ‘Dus dat is je vriendinnetje? Dag meisje, en wat is jouw naam?’ ‘Nele Prins, mevrouw’ ‘Dag Nele, zeg maar gewoon Druella hoor’ ‘oh, oké’ Toen we aan tafel gingen zitten, zei Nele tegen mij ‘Jouw mama is lief! Ik wou dat ik er ook zo één had!’ ‘Ik weet het, ik ben ook blij met mijn mama, zie jij je ouders zo weinig dan?’ ‘ja echt bijna nooit, vorig jaar heb ik ze maar 4 keer gezien.’ ‘dat moet echt erg zijn! Je voelt je dan waarschijnlijk heel alleen?’ ‘dat kun je wel zeggen, ja.’ Sirius kwam nu ook de eetkamer in ‘Sirius, ga jij daar maar naast Nele zitten’
Nele POV
Toen ik Sirius eens in het licht zag, zag ik dat hij erg mager en bleek was, met donkere kringen onder zijn ogen. Ik vroeg mij af of hij ooit wel buiten kwam en of hij wel gezond was.
Ook tijdens het eten merkte ik dat hij erg stil was en dat niemand echt aandacht voor hem had.
Toen ik ’s avonds alleen in onze kamer zat - Nele was een bad gaan nemen - besloot ik nog eens naar zijn kamer te gaan, ik vermoedde dat hij nog niet sliep en ik had gelijk. Ik klopte op de deur, die een stukje openging zodat hij zijn hoofd er net door kon steken ‘Wat moet je van mij?’ ‘Niets, ik wou gewoon eens praten’ ‘Heeft Bellatrix je gestuurd?’ ‘Nee, ze weet niet eens dat ik hier ben’ ‘Oh, dan mag je binnenkomen.’ Ik ging de kamer binnen en bekeek die eens beter, nergens waren er sporen van magie te bekennen, het zag er bijna uit als een dreuzelkamer en het was er bovendien erg donker. ‘Ga maar zitten hoor’ Sirius wees op een comfortabele stoel in een hoek van de kamer. ‘waarom ben je eigenlijk hier?’ ‘Ik vroeg me af of het wel gaat met je…’ ‘Dan ben je wel de eerste die zich daar zorgen over maakt, en dat is gek aangezien je…’ hij stopte zijn zin abrupt ‘Aangezien ik wat?’ hij keek een beetje angstig ‘aangezien je een vriendin van Bellatrix bent’ mompelde hij ‘Ik had verwacht dat je zoals haar zou zijn’ ‘Hoe is zij dan, Sirius?’ ‘Slecht’ ‘Slecht? Dat geloof ik niet helemaal.. Maar mag ik je eens iets anders vragen?’ ‘Vraag maar…’ ‘Voel je je hier goed? Je lijkt zo anders dan de anderen van deze familie’ ‘Ik ben ook anders dan de rest van de familie. En om op je vraag te antwoorden; nee, ik voel me hier niet goed, ik haat het hier. Maar je kan maar beter weggaan nu, voordat Bellatrix merkt dat je hier bent.’ ‘Oké, slaapwel Sirius, ik hoop dat je je ooit beter zal voelen.’ ‘Ja, dag. Bedankt, maar ik zal me pas beter voelen als ik op Zweinstein ben, en weg van hier. Ga nu maar.’ Een beetje ontsteld verliet ik de kamer en ging terug naar die van ons. Net op tijd want Bellatrix kwam net terug.
Er zijn nog geen reacties.