Why do you wanna help me out of my problems? ( Tom lovestory) 38

Je was je taak van wiskunde aan het maken toen Jens je kamer in kwam. Andrew en Bill waren ondertussen al naar huis. Je keek Jens vragend aan. jij: wat ? Jens: ik kwam onderweg naar huis iemand tegen. En hij keek je mysterieus aan. jij: en wie is die iemand. Jens keek je al lachend aan en liep je kamer uit. jij: hé! En je liep je grote broer achterna. Toen je de trap af was gelopen, stopte Jens met lopen maar jij moest dat weer eens te laat zien waardoor je tegen hem aan knalde. Je viel bijna op de grond maar iemand pakte je op tijd vast. Je keek recht in de ogen van Tom en je voelde je wangen rood worden. Beschaamd stond je terug recht en keek Jens kwaad aan. Jens: ik ga maar weer eens. Jens deed nog een knipoog naar je en ging toen de trap weer op. Toen was het even stil in de gang. Je voelde dat Tom je hand nog steeds vasthad en keek ernaar. Tom kreeg het ook blijkbaar door en liet je hand los. Tom: je ziet er goed uit vandaag. Je keek Tom verbaast aan. jij: huh vandaag ? Tom: niet dat je er anders niet mooi uitziet maar ehm ik bedoel je wang ziet niet meer blauw. Met je mond vormde je een grote o. jij: gaan we naar het park ? Tom: is goed. jij: eventjes wachten ik ga even iets halen. Maar op dat moment plofte er voor je voeten op de grond iets. Namelijk je zwarte all stars en een vest. jij: bedankt voor het afluisteren broer! Jens lachte. Jens: graag gedaan, zusje van me. Je schudde je hoofd en deed je schoenen en trui aan. Daarna sloot je de deur achter jullie en stapten richting het park toe.