Vertrouwen - 34
Niet veel later hoorde ik hoe Yue samen met iemand anders weer binnen kwam. Ik voelde Yue’s arm om middel, en gehoorzaam liep ik mee. Ik vond het nog enger dan daarstraks om in en uit het bootje te stappen, want nu waren er maar twee personen om me te helpen, in plaats van vier.
“Bedankt”, hoorde ik Yue tegen de leerling zeggen.
“Graag gedaan, prinses”, antwoordde hij. Yue legde haar arm weer om mijn middel, en leidde me naar het paleis.
“Best eng, niet?”, vroeg ze me plagerig.
“Ja”, gaf ik toe.
“Ik weet het”, zei ze. “Ik heb dat ook moeten doormaken. Maar ik kan me voorstellen dat het voor jou nog erger was dan voor mij.”
“Echt?”, vroeg ik verbaasd. “Maar waarom …”
“Een prinses maakt dat mee de week voor haar zestiende verjaardag. Het dient dan niet om te controleren of ze ons kunnen vertrouwen, maar om te controleren of we er klaar voor zijn om prinses te worden.”
“Oh.” Ik aarzelde even. “Prinses, wat staat er in de brief die ze u gegeven hebben?”, vroeg ik zacht.
“Ze zijn nog niet klaar met de testen, maar ze hebben jou niet meer nodig. Ze zullen zonder je verder mediteren. Zolang ze niet klaar zijn mag ik je ogen niet openen. En je zal op je kamer moeten blijven tot ze me verteld hebben wat de goden hen hebben laten weten.”
“Oh, oké.”
“Momenteel hebben ze al wel enkele aanwijzingen, maar ze weten nog niet juist wat die betekenen.” Ik knikte, en we liepen zwijgend verder. Plots stopte Yue. “Lizzie, er komt een valk naar ons toe, zo een als degenen die ze me hadden gestuurd om de brieven van de admiraal te verzenden.”
Reageer (3)
En nu zijn de hoodstukjes natuurlijk op...
1 decennium geledensnel verder
oeeeeeeee
1 decennium geledennice
snel verder
oei, ze willen natuurlijk de gevangenen hebben.
1 decennium geledensnel verder