< 3 >
We waren twee dagen onderweg, maar het leek alsof we geen meter waren opgeschoten. Met een motor waarvan de tank elk moment leeg kon zijn, reden we midden in de nacht over de weg. Je kon amper twee meter verder kijken met het licht dat de koplamp gaf. We waren al uren geen naambordje tegengekomen en ik begon steeds meer te twijfelen of we wel echt de goede richting in reden. 'Weet je zeker dat we goed gaan?' Moe legde ik mijn hoofd op zijn schouder terwijl ik mijn armen om zijn midden gevouwen had. 'Ja, heel zeker.' Ik trok een wenkbrauw omhoog. Hij zei wel dat we goed reden, maar ik was er zeker van dat ik twijfelende toon in zijn stem hoorde. Er klonk een knal uit de motor en kilometerteller kwam uiteindelijk op nul te staan. 'Ik ben bang dat we verder moeten lopen.' zuchtte hij. Ik stapte af en ging op een grote steen zitten die langs de weg lag. De steen was ijskoud en een rilling ging door mijn lichaam. Patch kwam naast me zitten en sloeg zijn warme jas over mijn schouders. 'Kom.' Hij pakte mijn hand vast en trok me mee. Het viel me nu pas op dat er een strand was aan de andere kant van het weiland waar we langs waren gereden. We liepen over het weiland totdat we bij het strand aankwamen. Ik deed mijn schoenen uit en voelde het koude strandzand tussen mijn tenen. Patch liep naar het water toe. Ik ging in het zand zitten en keek naar Patch die inmiddels tot zijn knieën in het water stond. Ik zag hoe de zon de lucht zalmroze kleurde. 'Selene!' Ik keek weer naar Patch en wachtte tot er iets interessants ging gebeuren, maar het enige wat er gebeurde was het kleine visje die in cirkels om Patch heen zwom. Patch keek achterom en schreeuwde dat hij zo terug was en ik hier moest wachtten, wat ik niet helemaal begreep, waar zou hij ineens naartoe moeten gaan? Het kleine visje begon licht te geven en er ontstond een lichtgevende cirkel om Patch heen. Er klonk een borrelend geluid en binnen een paar seconden werd Patch naar beneden in het water getrokken. 'Patch!' Gilde ik terwijl ik opschrok en naar de plek in het water stormde waar hij zojuist de diepte in werd getrokken. Ik stak mijn hand ik het water om te voelen of er een gat in de bodem zat, of iets wat daar op kon lijken. Het kleine visje trok nu een cirkel om mij een terwijl ik toekeek. Op het moment dat de cirkel rond was, werd ik omlaag gezogen waardoor ik een slok zeewater binnenkreeg. Ik belande in een soort glijbaan gevuld met water met aan het einde een fel licht waar ik naartoe gezogen werd. Al de lucht in mijn longen had plaats gemaakt voor het vieze zeewater. Het felle licht kwam steeds dichterbij totdat het me helemaal omringt had. Waar was ik nu weer in beland?
Er zijn nog geen reacties.