Foto bij Part 16

Ik had me de hele dag schuilgehouden in het bos. Nogal saai, maar het is beter dan als een discobal door de stad paraderen en ontdekt worden. Nu het eindelijk donker begint te worden mag ik eindelijk de stad in, maar niet voordat ik eerst even jaag, anders vermoord ik straks per ongeluk nog meer mensen. Ik laat mijn jachtinstinct het overnemen van gezond verstand en doe mijzelf te goed aan een stuk of drie herten.
Hoewel het al laat is zit de stad nog vol leven, in tegenstelling tot mijn geboorteplaatsje. Volgens de borden ben ik in Portland, ik heb er weleens van gehoord maar ik zou niet weten waar het is, en hoe ver het van Forks vandaan is. Rond de cafés, kroegen en disco's staan hordes mensen met elkaar te praten, dansen, drinken en feesten en ik probeer me tussen de massa's te mengen en zo de stad te verkennen. Na een uurtje heb ik het wel weer gezien en wordt de drukte me een beetje teveel en trek ik me terug in het bos. Als ik op het punt sta om een boom in te klimmen en te genieten van de lichtjes die de grote stad sieren ploft er iets achter me neer en komt er iets tegen mijn schouder aan. Ik draai me om en geef mijn aanvaller een flinke knal waardoor hij door de lucht vliegt en tegen de dichtstbijzijnde boom aan knalt. Mijn aanvaller, een jongen met donkere krulletjes en nette kleren staat meteen weer op en steekt zijn handen voor zich uit, 'sorry, niet schrikken!' zegt hij. Meteen zie ik zijn grote ogen, zijn grote rode ogen om precies te zijn. 'Jij bent een vampier.' zeg ik. Wat een domme opmerking, natuurlijk is hij een vampier en dat hoef ik hem niet te vertellen. Hij ergert zich blijkbaar niet aan mijn opmerking en glimlacht waardoor hij hele lieve kuiltjes in zijn wangen krijgt. 'Ja.' bevestigt hij en laat zijn armen zakken, 'Ik zag je in de stad en ik heb hier nooit eerder andere vampiers gezien en ik vroeg me af wat je hier deed. Zo tussen de mensen bedoel ik.' Hij lijkt wel een aardige jongen, maar ik kan hem toch niet zomaar alles gaan vertellen? Ik kijk hem met samengeknepen ogen argwanend aan en houd stevig mijn mond.
'Oh...Sorry dat ik zo enthousiast ben. Ik wilde je niet laten schrikken, echt niet, ik wil je geen kwaad doen. Om eerlijk te zijn heb ik helemaal nooit een andere vampier ontmoet en daarom ben ik zo enthousiast.' Hij steekt zijn hand uit, 'Ik ben Matthew...Landers' voegt hij eraan toe als ik zijn hand nog steeds niet aanpak. Mijn argwaan verdwijnt meteen en mijn mond valt open. 'O mijn god.' fluister ik, 'Matthew...?'
'Eh...Ja, dat zei ik net. Wie ben jij?' Hij fronst zijn wenkbrauwen omdat hij duidelijk mijn reactie niet begrijpt.
'Ik ben Moon.' leg ik uit.
'Moon!? Maar hoe, wat, jij bent toch, kan je....?' Niet wetend wat hij het eerst moet vragen vraagt hij maar alles tegelijk. Ik laat nu al mijn emoties varen en sla mijn armen om Matthew heen. Doordat Sharon en ik zo ongeveer sinds onze geboorte al beste vriendinnen zijn was Matthew ook voor mij als een soort grote broer. Als we elkaar weer los laten wil hij gelijk alweer beginnen met vragen maar ik onderbreek hem. 'Nee nee, jij eerst. Jij bent langer weg.'
'Oké,' Hij vouwt zijn benen over elkaar en laat zich zo op de grond vallen waardoor hij in kleermakerszit neerkomt. Ik ga tegenover hem zitten. 'vraag maar'. Ik spreid mijn armen alsof ik iets groots ga opvangen wat elk moment uit de lucht kan vallen en sper mijn ogen wijd open, 'Waar was je!?'
Matthew kijkt omlaag, 'Die avond was ik met James en wat anderen uit geweest en ik ging wat eerder naar huis. Ik was een beetje dronken en ben een beetje de weg kwijtgeraakt en ergens in het bos terechtgekomen. Een vampier heeft me daar gevonden en getransformeerd. Zoals ik net al zei, ik heb nog nooit andere vampiers ontmoet, mijn maken ook niet. Hij was verdwenen voor ik bijkwam. Ik heb alles alleen uitgevogeld, door mijn dorst besefte ik wel dat ik niet terug kon gaan, dan zou ik iedereen in het drop...opdrinken.'
'Maar je had toch wel wat van je kunnen laten horen? Iedereen dacht dat je weggelopen was! Maar we hadden geen idee welke reden je daarvoor zou hebben. Je ouders waren bang dat ze iets verkeerd hadden gezegd of gedaan en hebben altijd zichzelf de schuld gegeven van jouw verdwijning.'
Matthew slikte en keek in het rond alsof hij verwachtte dat er ergens een verklaring of antwoord uit het niets op zou poppen. Dan zucht hij, hoewel onnodig, diep. 'Ik schaamde me voor wat ik was. Dat doe ik nog steeds maar ik vertel mezelf elke dag dat het niet mijn schuld is wat ik doe. Zo is mijn leven nu eenmaal en dit is wat ik moet doen om te blijven leven. Het is beter als mijn familie niets meer van me weet. Ik ben een moordenaar, een schande.' Ik weet wat hij bedoelt, ik ben ook een moordenaar en niet eens om in leven te blijven. Ik heb het voor niets gedaan. Onschuldige mensen vermoord. Het schuldgevoel dringt zich weer op en ik wil bij Matthew vandaan rennen. Maar hij legt zijn hand op mijn knie en bukt een beetje om me in mijn ogen te kijken, 'Wat is er?' Ik schud mijn hoofd, hij hoefdt niet te weten wat ik had gedaan. 'Ik eh...Ik was dus samen met Sharon in de bieb en daar hoorden we twee mannen praten. Ze hadden het over een potentieel....''geneesmiddel'' voor mensen met een lichamelijke beperking. Zoals ik.' Een enorme lach verschijnt ineens op Matthews gezicht. Ik staak mijn verhaal en kijk hem verward aan. 'Je kan zien!' gilt hij bijna. Ik trek één mondhoek omhoog in een scheve glimlach en snuif, 'Ja'. Ik ga verder met het uitleggen van mijn verhaal, met enige moeite omdat Matthew me steeds onderbreekt over dingen die ik voor het eerst zag. En over dingen die ik nu zie en wat ik daarvan vind. Als ik bij het punt vlak na mijn transformatie ben aangekomen kijkt hij me met een diepe frons aan en onderbreekt me weer eens. 'Dus....Je hebt hier zelf voor gekozen?'
'Ja, natuurlijk. Matthew er is niets wat ik liever wilde dat kunnen zien. Dat weet je toch?'
Hij geeft geen antwoord en gaat door met vragen, 'en je wist wat de gevolgen waren? Wat je zou worden en wat je zou moeten...eten?'
'Ja, maar Matthew, kijk eens naar mijn ogen. Wat zie je?' Hij is even stil en knippert een paar keer, 'Ja, het is me opgevallen dat ze anders zijn. Er zit wel een zweem rood door, maar ze zijn eerder geel of goud. Ik dacht dat je lenzen droeg, net als ik meestal doe, maar dan zou je dat rood niet kunnen zien. Hoe zit dat?'
'Mijn ogen zijn goud omdat ik op dieren jaag, niet op mensen.' Leg ik uit. Zijn ogen worden weer groot en hij kijkt me gefascineerd aan, zijn mondhoeken trillen een beetje alsof hij heel hard moet lachen maar het inhoudt. 'Kan dat!?'
'Ja. Het is minder lekker en voedzaam, maar je kan er prima op leven. Het is wel zwaar maar het is beter dan de overige opties. Dood gaan of dood maken.' Ik zie de verlangende blik in zijn ogen. Hij wil niet langer mensen vermoorden en net als de Cullens en ik het vegetarische dieet volgen. 'Het wordt zwaar, maar ik wil je wel helpen.'

Reageer (4)

  • Neverlands

    Dankje<3
    Ik doe mijn best om volgende week weer een stukje te schrijven!

    1 decennium geleden
  • NeverEver


    Mooi verhaal, echt goed geschreven!
    snel verder bitte!

    1 decennium geleden
  • ShakeItUp

    Snel verder!(H)

    1 decennium geleden
  • Elizabetha

    WOEHOE!!!!!
    IK LEES JE VERHAAL OP QUIZLET!!!!!
    WHOEOE EERSTE REACTIE!!!!
    WOEHOE!!!!! IK NEEM EEN ABO!!!!!
    WOEHOE!!!!! IK HEB JE ALS VRIEND TOEGEVOEGD HIER!!!!
    WOEHOE!!!!! SNEL VERDER!!!!!
    WOEHOE!!!!! JIJ SCHRIJFT ECHT AWESOME!!!!!
    WOEHOE!!!!! JIJ SCHRIJFT ECHT AMAzayn!!!!!!
    WOEHOE!!!!! IK WEET NIETS MEER OM WOEHOE VOOR TE ZETTEn:$:P

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen