....__Ben will get the Jerry's__.... [7]

Wacht niet op mij, ik ben het niet waard!
Ze lopen naar een afgelegen boerderij. ‘Is dit het?’ ‘Ja, Gerard. Hier moeten we zijn. Kijk daar staan nog een paar anderen.’ Ze gaan naar hun toe. Thomas en Frans heten de andere mannen. Ze zijn onderweg al een paar vrienden verloren door de Duitsers. Hun verhaal luidt: ‘We waren dus op weg naar de boerderij. Maar onderweg viel opeens Fred naast me neer. Frans, David, Karel en ik doken neer. Wachtende op nog meer schoten, maar die kwamen niet. Dus stonden we op en liepen weer door. Even later hoorden we schieten. We slopen daar naartoe, we zagen een stuk of drie Duitsers met twee gijzelaars. Ik weet niet of het Nederlanders zijn.’Thomas ziet een vragende blik van Jacobs en gaf snel een antwoord op zijn ongestelde vraag en vervolgde,’Dus we slopen op ze af en omcirkelde ze. Vier tegen drie, dat zou wel moeten lukken. Maar dus niet. Een van die gijzelaars had ons gezien en begon heel hard te schreeuwen. De Duitsers keken om zich heen en zagen ons. Wij renden meteen weg, maar David en Karel zijn daarbij neergeschoten. Frans en ik renden door naar de boerderij. En nu zijn we hier.’ ‘Wat hebben jullie bij je?’ vraagt Frans. ‘Tja, we konden het niet laten. Een mof natuurlijk. Hij zat achter een mitrailleur op ons te schieten. Toen is Jacobs naar hem toe geslopen en heeft hem overmeesterd,’ vertelt Gerard bewonderend. ‘O, kijk, daar komen er nog meer aan. Of niet?’ Ben kijkt heel erg goed naar het uniform en schrikt zich rot:’Duitsers…’ Ben kon zijn zin niet afmaken. De Duitsers merken dat zij(Ben en zijn vrienden) geen Duitsers zijn en beginnen te schieten. ‘Bukken!’ Iedereen bukt, en begint te schieten. Na een paar secondes kijkt Ben om zich heen. Naast hem ligt hun commando Jacobs dood. ‘Ze kunnen dus wel zien wie er de leider is!’ sist Ben. Ben kijkt nog even verder, voor de rest is er niemand dood. Wel gewond. Klaas neemt het commando over en geeft het bevel: ‘Ren allemaal weg, nu!’ Iedereen staat op en probeert weg te rennen. Tijdens het rennen wordt Frans in zijn rug geraakt en zegt: ‘Ren door! Wacht niet op mij, ik ben het niet waard!’ ‘Maar…’ ‘Nee, Ben niet doen ga nou maar!’