Hoofdstuk 10
Ik kijk naar Draco en zie dat zijn ogen zwart kleuren. Ik pak snel een milkshakebeker uit mijn tas en geef die aan hem. Hij kijkt me dankbaar aan en drinkt hem leeg. Zijn ogen kleuren weer mooi helder goud. Zijn ouders kijken raar naar ons. Als Draco naar ze kijkt krijgt zijn moeder tranen in haar ogen. Ze loopt naar hem toe en omhelst hem stevig. Zijn vader geeft hem alleen een knik. “Maar Draco toch wat heb je met je ogen gedaan en waarom voel je zo koud en doe die kap is af het ziet er niet uit.” Ratelt Narcissa. Ik pak haar hand en laat haar zien hoe we eruit zien in de zon. Ze schrikt en ik laat haar hand snel los. “Dus het is toch waar.” Mompelt ze. Ik knik en doe heel langzaam mijn kap af. Wanneer een zonnestraal mijn gezicht raakt begint deze te glinsteren als duizende diamanten. Ik kijk nu naar Lucius en zie dat hij schrikt. “ Hoe kan dit? Wat is er gebeurt dat Draco nu dit is geworden?” vraagt hij aan mij. Ik pak zijn hand. Hij wilt zijn hand lostrekken maar als hij de bemoedigende blik van zijn vrouw ziet laat hij het toch toe. Ik laat het boek dat is geschreven over mij en Blaise zien en dan Draco’s herinnering van die avond. Als ik zijn hand loslaat loop ik zo snel naar Draco dat hun alleen een windvlaag voelen. Ik geef hem een knuffel en pak daarna zijn hand vast. “Dus dat boek is waar Blaise en jij zijn die tweeling van het verhaal en Draco is aangevallen door mensenbloed drinkende vampiers? Maar wat drinken jullie drie dan?” vraagt Lucius. Ik knik als antwoord op de eerste vraag en dan kijk ik naar Blaise. “Wij drinken net zoals in het verhaal dierenbloed daardoor zijn onze ogen goud. Dat is ook wat er in die beker zat. Er zat bloed van een beer in. Sky merkte dat Draco’s ogen zwart kleurde de kleur van honger of in ons geval dorst en woede. En aangezien Draco zijn zelfbeheersing nog onder controle moet krijgen zal hij volgend jaar pas naar huis kunnen. Hij moet in de buurt van ons blijven aangezien jullie hem niet kunnen tegenhouden als hij zijn beheersing verliest. Hij weet ook wat er gebeurt als 1 van ons zijn of haar zelfbeheersing verliest. Er wordt meteen een docent gehaald en die verstijft je meestal eerst en dan krijg je de crucio over je heen dan wordt de verstijf spreuk opgeheven en blijf je onder de crucio totdat je gekalmeerd bent en je beheersing hebt terug gevonden. Of dat is bij ons drie het geval. We gaan in de vakanties naar oom Serverus die ons helpt bij onze zelfbeheersing.” Verteld Blaise. Ik zie dat Draco het moeilijk krijgt en probeer hem langs Lucius te krijgen wat niet lukt. “Waar gaan jullie heen?” vraagt hij aan ons. Ik zucht en pak zijn hand weer en laat zien dat we beter even bij het meer kunnen gaan zitten om verder te praten omdat Draco moeite krijgt met zijn zelfbeheersing. Hij laat ons erdoor en met zijn alle lopen we naar buiten en gaan we zitten. Perkamentus is in gesprek met Lucius & Narcissa terwijl er gewoon wat bij zitten. Even later zie ik Sneep aan komen lopen. Ik spring op en ren blij naar hem toe. Als ik bij hem ben spring ik in zijn armen. “Ik heb je gemist.” Zeg ik zacht tegen hem. Hij kijkt me verbaasd aan en zegt dan dat hij me ook gemist heeft. We lopen samen terug naar de rest die me verbaast aankijken. Ik begin te lachen en algauw doet Blaise ook mee. Nu kijken ze nog verbaasder. “Hun horen er eigenlijk als een 4-jarige eruit te zien en ze hebben nog steeds sommige trekjes van een 4-jarige.” Legt oom Serverus hun uit en dan beginnen hun ook te lachen. Als we uit gelachen zijn plof ik weer op Draco’s schoot neer. Ik krijg ineens een Briljant idee. Ik kijk Blaise aan met een grijns en hij weet meteen wat ik wil doen. Hij knikt en ik sta op en ren op alvast richting de beukwilg waar we vlakbij zitten. Ik hoor Blaise zeggen dat we bij de beukwilg zijn en terwijl hij en Draco ook richting mij lopen legt Blaise het spel uit. Als ze er zijn ga ik dicht bij de beukwilg staan en zoef daar komt de eerste tak al op me af. Ik spring lachend opzij en spring daarna over de volgende knots heen even later doen Blaise en Draco ook vrolijk mee.
Serverus Sneep Pov.
Ik kijk met een lach op mijn gezicht naar Sky Blaise & Draco die lachend de takken van de wilg ontwijken. Als Lucius merkt dat ik een lach op mijn gezicht heb volgt hij mijn blik en kijkt dan ook lachend naar de kinderen die kijken alsof ze touwtje springen.
Sky Pov.
Ik lach nog steeds en wil me naar Draco omdraaien maar als ik me omdraai zie ik een knots op me af komen die ik niet meer kan ontwijken. Ik sluit me ogen en voel een harde klap ik voel hoe ik hard tegen een boom aan knal en er een scheur over mijn bovenlichaam vormt. Als ik mijn ogen open zie ik de bezorgde gezichten van Draco en Blaise waardoor ik in de lach schiet. Ik voel hoe de scheur geneest en ga weer staan. “Komen jullie ik wil nog een potje. En dit keer ga ik winnen.” Zeg ik. De jongens knikken en we rennen meteen weer tussen de takken door. Ik zie een soort knop zitten en druk erop. De takken staan meteen stil. Ik zie hoe de jongens tegen elkaar botsen en begin alweer te lachen. Als ik zie dat Perkamentus onze kant opkomt zwaai ik vrolijk naar hem. Perkamentus wenkt me dus roep ik de jongens dat we moeten komen. Als we aankomen zie ik dat Narcissa & Lucius zich klaarmaken om te vertrekken. “Draco hier zitten al je kleren een tent en al je nodige spullen in als er iets is kun je ons schrijven en onthoud dat wat je ook doet of bent we altijd van je zullen houden.” Zegt Narcissa zacht. Draco kijkt verdrietig en knuffelt zijn moeder. “Ik hou ook van jullie voor altijd.” Zegt hij. Lucius wenkt me en ik loop netjes met hem mee. “Ik wil je vragen goed voor hem te zorgen ik weet dat jullie elkaar leuk vinden en van elkaar houden. Ik zie het aan jullie blik als jullie naar elkaar kijken en je moet weten dat het niet makkelijk gaat worden voor jullie en dat je mijn toestemming hebt.” “Dank u wel en ik zal goed voor hem zorgen en als het kan zal ik jullie op de hoogte houden maar jullie kunnen niets terugsturen want dat kan ons verraden. Het spijt me maar het kan ons in gevaar brengen.” Zeg ik zachtjes. We lopen weer terug en ik zie Draco met tranen in zijn ogen staan. Ik loop naar hem toe en omhels hem. Hij begint zachtjes te huilen en ik begin hem te sussen. “Pang” horen we ze zijn verdwijnselt. We lopen terug naar de leerlingenkamer van Zwadderich.
Er zijn nog geen reacties.