Foto bij hoofdstuk 2

Ik weet dat dit de echte Blaise niet is maar zo zie ik hem voor me

“Ik heb geen idee maar als jij en de Minister even mee kunnen komen naar mijn kantoor dan kun je je probleem aan de minister uitleggen.” Zegt Perkamentus. “En wij dan we snappen er nog steeds niks van wij hebben ook het recht om het te weten.” Zegt Karkarov. Perkamentus keek mij aan maar ik schudde mijn hoofd. Ik vertrouw die man niet. “ het spijt me Karkarov maar het is Skys beslissing of ze het aan je verteld en dat wilt ze niet dus mag ik het je ook niet vertellen. De minister kent haar geheim en dat van haar broer wel maar weet niet wie ze bedoelen met de legende.” Legt Perkamentus uit. Daarna wenkt hij mij en de minister om mee te komen samen met Harry en Fleur. We lopen achter Perkamentus aan naar zijn kantoor. Als we binnen zijn gaan we zitten. “ Minister kent u het verhaal van de heks en tovenaar die gebeten werden door een vampier?” “ Ja maar wat heeft dat er mee te maken?” vraagt hij. Ik zucht en begin te vertellen “ Ik liep met mijn tweelingbroer Blaise richting huis. We waren naar het dorp geweest. Toen kwam er een windvlaag voorbij ik had het gevoel dat we werden bekeken. En toen we achter ons keken zagen we een man. Beeldschoon alsof hij uit een modellen tijdschrift was gestapt maar hij had zwarte ogen en toen de zon op zijn huid scheen begon die te glinsteren net al duizenden diamanten. Hij zei dat hij ons al een tijdje in de gaten hield. We begonnen te rennen richting huis maar net voor de deur beet hij mij eerst in mijn pols en daarna Blaise ook. Het begon te branden tienduizend keer erger als crucio het leek alsof mijn lichaam in brandt stond. Voordat die man ons kon meenemen kwam onze vader buiten en vervloekte de man hij vluchte maar toen hij ons zag wist hij dat hij te laat was om de transformatie tegen te houden. Drie dagen later werden we wakker. We hoorden alles beter en bewogen sneller dan een tovenaar of bezem kan. Toen ik wat te drinken vroeg klonk mijn stem als duizenden belletjes toen ik het drinken op wou drinken spuugde ik het weer uit het smaakte vreselijk. Toen nam vader ons naar het bos terwijl hij zijn toverstok nog op ons had gericht hij rook echt heerlijk. Hij legde ons uit wat we waren en dat we een dier moesten vangen en dat dan meenemen naar hem toen we dat hadden gedaan zei hij dat we ze moesten leegdrinken toen we dat hadden gedaan brande mijn keel niet meer.” Vertelde ik ondertussen had ik een hele stapel boeken verzamelt en liet die balanceren op mijn hoofd. De minister zag eruit alsof hij ieder moment kon flauwvallen ik wist dat hij nu wist wat ik was Harry daarintegen keek me vragend aan. Ik lagde mijn hand op zijn wang en liet het beeld van een vampier zien. Hij schrok ik zag het en ik liep gekwetst weg naar de zevende verdieping niemand kon me zien zo snel liep ik. Toen ik stopte ging ik in een hoekje zitten waar niemand mij kon vinden. Behalve oom serverus misschien. En ja hoor na 10 minuten kwam hij er al aangelopen met een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht achter hem zag ik Blaise ook al aankomen lopen. ‘Ga weg laat me met rust ik ben een monster’ dacht ik verdrietig. Maar nee hoor Blaise en oom Serverus kwamen gewoon naast me zitten. “ Meisje toch wat is er gebeurt iedere leraar is opzoek naar je.” “ik ben een monster ik moest de minister vertellen wat we zijn en Perkamentus wou dat Harry er ook bij was wat ik trouwens ook wilde maar toen ik het had verteld was de minister in shock en toen ik Harry liet zien wat we zijn werd hij ook bang” snikte ik. “ Maar je bent geen monster en dat mag je ook nooit meer denken begrepen en als er iets is kom je maar naar mij toe oké.” Zegt Blaise. “ Maar wat doen je vrienden dan als ze je met mij zien ik wil niet dat je je vrienden kwijt raakt omdat ik verdrietig ben.” Fluister ik. “ Jij bent veel belangrijker en trouwens ik heb Pa belooft dat ik op je zou letten en ervoor zou zorgen dat je niks zou overkomen en die belofte geld nogsteeds voor mij ookal zijn ma en pa dood die belofte wil ik waarmaken dus nu kom jij gewoon met mij mee en gaan we eens rustig voor het vuur zitten praten over jou problemen oké.” Zegt Blaise. Ik reageer niet en kan me ook niet meer bewegen. Als Blaise dit ook merkt tilt hij me op en loopt hij op een rustig tempo naar de kerkers onderweg kijkt iedereen me met medelijde aan. Oom Serverus was al weg om de leraren en Fleur gerust te stellen dat ik alleen wat verdrietig ben. Als we bij het portretgat staan mompelt Blaise het wachtwoord en loopt hij naar binnen met mij in zijn armen.

Reageer (1)

  • noraxxx

    oeh!!
    I(H) your story nu al.
    nieuwe ABO
    snel verder(typing)
    xxx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen