De Jachtopziener
Weken gingen voorbij, Aurora was al weer beter, ik zag er weer normaal uit, Nele mocht in het zwerkbalteam als vervangster en het werd bijna weer kerst.
Ik was goed in Toverdranken, Bezweringen en Transfiguratie maar Verweer Tegen De Zwarte Kunsten, Geschiedenis Van De Toverkunst en Astronomie konden me echt niet boeien… Ik weet dat mijn ouders daarvoor gaan vermoorden maar op dit moment kan het me niet veel meer schelen.. Niets kan me nog veel schelen. Ik krijg het benauwd hier…
Elke keer dat ik één van die jongens zie breekt het angstzweet me uit en ik was (bijna) nooit bang vroeger. Ik heb steeds nachtmerries..
Eerst droom ik van de jongens maar nadien komt ineens die oude droom terug… ik wandel weer in een bos… De Heer Van Het Duister is er ook. “Ik kan hem niet vinden, Heer..” stamelde ik.. Ik was moe, doodmoe, ik wou slapen! Voldemort keek me woedend aan “Je hebt gefaald, Bellatrix!” siste hij. “Ik vraag je om die ene gunst… en je faalt! Je bent toch niet zo goed als ik dacht… Je kan nooit één van ons worden!”
Ik schrok wakker, het was 4u.. Ik gleed geruisloos uit mijn bed en trok mijn mantel aan over mijn pyjama. Ik was niet meer in m’n eentje naar buiten gegaan sinds het ‘accident’ maar ik had gewoon frisse lucht nodig. Ik glipte de slaapzaal uit en kwam in de leerlingenkamer - een kamer met aan de muur allemaal schedels en al en met een lichtgroene schijn omdat hij onder het meer ligt - ik glipte door de muur naar buiten en stond in de gang in de kerkers. Mijn hart klopte in mijn keel en even stond ik stokstijf maar ik ging toch door. Ik liep door het kasteel tot ik aan de grote eiken voordeur kwam. De deur was goed vergrendeld maar ik was een goede heks en wist de bezwering die ze gebruikten. Ik ging naar buiten en terwijl ik wandelde dacht ik na… Ik dacht weer over de droom… En ineens schoot het me te binnen: dat bos uit de droom was het verboden bos! Maar wie was die persoon waar De Heer Van Het Duister naar op zoek was? Ik had geen flauw idee… het leek wel toekomst, maar wat moest ik doen? Ik besloot om het maar af te wachten.
Ik keek op, zonder dat ik het besefte was ik teruggekeerd naar de plaats van het ‘accident’. De film speelde zich weer af in mijn hoofd en ik deed iets wat ik nog nooit eerder gedaan had… ik begon te snikken, ik huilde echt! Ik zakte neer, en ik lag daar maar te huilen in het klamme gras…
“Hé, wat doe je daar?” iemand kwam op me afgestapt. Hij hurkte naast me “Gaat het?” ik keek op, het was die jachtopziener -ik had vernomen dat hij Hagrid heette - en knikte. “Je bent Bellatrix he? Ik heb gehoord dat je hier aangevallen bent.. Is het daarom dat je hierheen kwam?” “Ik… ik weet het niet… ik had een enge droom… had even wat frisse lucht nodig en toen” “kwam je hier” de man glimlachte. “Kom even mee naar mijn huisje, je moet wel bijna doodvriezen in deze tijd van het jaar met alleen zo’n manteltje..” Ik knikte, stond op en volgde de man. Het was best gezellig in het huisje, ik mocht in een grote fauteuil aan het haardvuur zetten en hij luisterde naar mijn verhaal.
“Kom, ik breng je terug naar het kasteel.” Ik knikte. De man was best vriendelijk ik snapte niet dat alle Zwadderaars zo’n hekel aan hem hadden maar besloot toch om deze ontmoeting voor mezelf te houden..
Toen we aan het kasteel kwamen knikte de man nog even naar me “Hou je goed, Bellatrix” “Ja, zal ik doen. Bedankt voor het luisteren ”
Ik liep terug naar de kerkers en naar de muur die naar de leraarskamer leidde. “Zalazar” De muur spleet open en ik liep terug naar de slaapzaal. Ik wou terug in mijn bed gaan liggen maar “Waar was je?” “Nele?!” “Ja, wie dacht je? Waar ben je geweest?” “Nergens, even wandelen, ik kon niet slapen…” “Nou vertel me alles morgen maar! Slaap ze!” “Ja… Slaapwel”
Er zijn nog geen reacties.