Chapter 7.

-Tom-
Wanneer Bill zijn deur sluit, open ik m'n slaapkamerdeur, en loop erin. Niemand mag weten wat ik hier uitvoer. Ik loop naar m'n experimente toe, en klop op haar wang. ‘Wake up!’ Sis ik haar toe. Ze opent haar ogen, en kijkt mij aan. Ik loop naar m'n bed toe, en doe m'n vest en tshirt uit, met een bloot bovenlijf loop 'k weer naar d'r toe, en klop weer op d'r wangen. Ze opent haar ogen terug en kijkt weer naar me. ‘Wat moet je van me.’ Ik lach, en pak een spuit. Ik prik bloed en loop naar een potje met soort water. Daar doe ik het bloed erin, en roer. Ik buk me, en kijk hoe het bloed langzaam zwart wordt. Negatief dus. Damn. Er moet toch iemand een halfbloed zijn? Ik loopt naar haar toe, en verdoof haar. Ik maak d'r los, en pak d'r op. Ik kijk de gang in, en loop naar de voordeur toe. Als ik die open heb, ga ik er doorheen, en loop naar het bos. Ik leg ze daar neer, en loop weer weg. Wanneer dat arm schaap wakker word, zal ze zich niks herinneren. Ik loop naar huis, en kijk naar Bill die uit een glas drinkt. Miss hij.? Ik loop naar Bill, en ga bij hem zitten. Ik kijk naar zijn adderen die goed zichtbaar zijn, en ik reuk het bloed. Wanneer bijt Sandra hem nu toch eens!! Daar wordt ik zo pist van.