Foto bij over de liefde van mijn leven en hoe ik hem kwijt raakte.

over de liefde van mijn leven en hoe ik hem kwijt raakte

Met je linkervoet maak je onbetekenende tekeningen in het zand. De straffe zeewind speelt met je haar en voor één moment wenste ik dat ik de wind was. Ik vraag me af hoe je lippen nu smaken, of ze zoutig zijn door de kus van de wind. Als ik had gezegd wat ik dacht, zou je me pathetisch noemen.
Dus zei ik niets. En doordat ik stil bleef, dacht je dat ik alles had gezegd. Dat is niet waar. Dat ene moment, ons laatste moment, kan ik maar niet loslaten. Alsof je nog voor me staat. Misschien waren je zandtekeningen toch niet zo onbetekenend. Maar die herinner ik me niet. Des te meer je blik en je woorden.

Je bijt op je onderlip. Het maakt je waanzinnig sexy, ondanks je zorgelijk gefronste wenkbrauwen. Je mompelt iets, maar de wind gaat aan de haal met je woorden. Ik vraag of je het nogmaals wilt zeggen, je schokschoudert en buigt naar me toe. Weer versta ik het niet, allicht omdat ik het niet wil horen. Ik kan alleen maar aan je lippen denken. Aan je tong, aan je neus, aan het warme plekje achter je oor.

Gelukkig ken je me goed (niet goed genoeg, dat blijkt nu) en zie je dat ik je weer niet versta. Dus pak je me stevig beet en schreeuwfluistert in mijn oor; 'als jij ook geen oplossing weet, is dit het. Dan was dit het.' Ik weet niet één oplossing, ik weet er wel honderd.

Ik zou bijvoorbeeld mijn excuses aan kunnen bieden voor mijn harde woorden en je uitleggen dat ik bang was om gekwetst te worden en daarom zelf alvast de eerste steen gooide.

Ik zou op mijn knieën kunnen vallen en je -huilend- vertellen hoeveel ik van je hou en niet zonder je kan.

Ik zou een tijdmachine kunnen bouwen en al mijn stomme fouten ongedaan maken.

Ik zou minder koppig kunnen zijn. Minder trots.

Maar ik doe niets. Je laat me los en kijkt me zwijgend aan. Ik zwijg nog harder terug. En juist daardoor, door niets te zeggen op uitgerekend dát moment, dacht je dat ik alles had gezegd. Ik kan zo tien momenten bedenken waarop ik stil had moeten zijn, maar besloot die momenten kapot te maken door mezelf, mijn hart en jou te overschreeuwen. En op het moment supreme, op het moment dat je me moet horen, dat ik moet schreeuwen, zwijg ik.

Per elke stille seconde kijk je meer en meer gekwetst. Je schouders hangen naar beneden. Je slaat je ogen neer en schraapt je keel.

'Da-hag.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen