Deel 17
Reacties?
Diana, Alice, Megan, Rose en Kate gingen vanuit het lokaal gedaanteverwisselingen door naar bezweringen, wat aan de noordkant van het kasteel was. Megan, Rose, Kate en Alice waren aan het bijpraten over de les, maar Diana keek gewoon een beetje om zich heen. Ze kon geen genoeg krijgen van deze omgeving, alles was zo mooi, het terrein, het kasteel, de gangen, de binnenplaatsen. Uiteindelijk kwamen ze bij bezweringen aan.
Dit lokaal was nog iets groter, maar deze stond vol met kasten met allerlei doodgewone voorwerpen. De leraar bezweringen was een vrolijk persoon. Hij wenkte de leerlingen naar binnen en vrolijk glimlachend pakte hij een doos vol vieze doekjes.
“Dat is dus professor Laetus,” fluisterde Rose toen ze gingen zitten. Zij en Diana gingen vooraan zitten en de anderen zaten aan de linkerkant. Professor Laetus gebaarde de klas tot stilte.
“Oké, iedereen! Vandaag gaan we beginnen met Sanito. Hij is iets moeilijker dan de spreuken die we tot dusver hebben gedaan, maar ik verwacht dan ook geen perfect resultaat. In de doos liggen doeken om schoon te maken. Jullie hebben het hele uur de tijd, dus ga je gang.” Toen iedereen opstond om doekjes te halen, liep Laetus even naar Diana.
“We hebben de eerste twee spreuken op de lijst al gedaan,” vertelde hij, “dus dat kan je nog wel inhalen. Nu is het handiger om gewoon mee te doen, oké?” Diana knikte en Laetus liep naar een groepje aan de andere kant van de klas. Rose kwam terug en legde een behoorlijk vieze doek op Diana’s tafel.
“Ik heb er vast een voor je gepakt,” zei ze glimlachend.
“Bedankt,” zei Diana naar waarheid. Rose was altijd zo’n schat.
“Oké, daar gaan we dan.” Rose en Diana keken elkaar even aan, en hieven toen hun toverstokken op.
De rest van de les gebeurde niet veel. Het lukte maar weinig leerlingen om de spreuk goed uit te voeren. Aan het eind van de les was Diana in staat om een paar vlekjes te verwijderen, maar verder kwam ze niet. Professor Laetus had hen als huiswerk gegeven dat ze moesten oefenen. Met hun tassen vol boeken liepen ze door naar de andere kant van het kasteel, waar ze bij het toverdrankenlokaal aankwamen. Diana merkte dat het toverdrankenlokaal gelukkig niet in de kerkers was, maar op de begane grond. Desondanks was het er niet heel erg licht, er waren maar een paar ramen, en die waren niet super groot. Diana ging met Megan en Alice aan een tafel zitten en keek om zich heen. De planken aan de muren waren vol met potten met vloeistoffen in de vreemdste kleuren. Naast hen stond een grote kast met weegschalen, verroeste ketels, stoffige flesjes en oude boeken. De deur ging open en Diana verwachte half en half dat ze een Sneep-achtig persoon zou zien, maar werd compleet verrast.
De toverdrankenleraar was een nogal korte man, met een klein brilletje, en liep met grote passen naar binnen.
“Goedemorgen,” zei hij terwijl hij een boek pakte en op zijn bureau legde.
“Dat is professor Sapiens, hij is ook hoofd van Ravenklauw,” vertelde Alice.
“Het is hier een beetje donker, nietwaar?” vroeg professor Sapiens ernstig en met een zwaai van zijn toverstok gingen een aantal kaarsen aan, waardoor het ineens een stuk lichter werd. “Zo,” zei hij. “Vandaag gaan we bezig met de zweldrank. Pagina vijfendertig iedereen, vergeet niet de algen! Het is cruciaal dat die er goed in worden gedaan en dat gaat vaak mis. Denk er goed om. Ga je gang!” Iedereen pakte zijn of haar ketel, ook Diana en ze pakte haar boek op pagina vijfendertig. Inderdaad, stond er op regel zes: De algen moeten in de drank als die boven kamer temperatuur is, snij met een klein mes… Oké, eerste regel maar eerst. Ze volgde Alice’ voorbeeld en gooide wat water in de ketel om dat vervolgens te verwarmen. En nu eerst de bonen in stukjes erin.
Het verbaasde Diana hoe gemakkelijk dit ging. Ze had verwacht dat het moeilijk was, maar het was gewoon zo simpel. Ingrediënt erin, roeren, dit erin, dat erin, weer even roeren, verhitten, en dan weer een beetje van dit. Haar drank begon al mooi oranje te worden, zoals het in het boek stond. Tevreden keek ze naar haar drank, hij moest nu toch even sudderen. Alice had moeite met een bruine vloeistof, en Megan roerde met een enigszins tevreden uitdrukking in haar gele drank.
“Ah, goed gedaan, juffrouw Johnson, niet slecht,” zei een stem tegen Megan. Professor Sapiens keek haar tevreden aan. Daarna keek hij even in Alice’ ketel.
“Iets teveel bonen, neem ik aan. De volgende keer moet je goed roeren, zeker als je er iets teveel in doet. Verder is hij wel goed.” Sapiens liep door en keek opgewekt naar Diana’s drank.
“Ziet er goed uit. Zeker niet slecht voor een eerste poging, zeker niet slecht. Maar misschien moet je het iets minder warm maken, dit is niet goed voor de gemalen hoorn.” Hij liep door en Diana zette trots het vuur onder haar ketel iets zachter.
Reageer (3)
Is professor Sapiens gay? Snap je, Homo, Sapiens? Ach, flauwe grap
1 decennium geledenHmm, bonensoep
1 decennium geledenSnel verder!
Leuk hoofstukje!!! Love it! Snel verder!
1 decennium geleden