024

'Hebben jullie me gemist?' Vraag ik lachend wanneer ik iedereen zie opkijken. Ik ga zitten naast Ginny.
'Was je dan weg?' Vraagt Hermione. Ik knik lachend. Meent ze dat nou?
'Ja, natuurlijk! Aarde aan Hermione!' Zeg ik door het lachen heen. Na een tijdje is iedereen weer stil en begin ik te eten van mijn broodje. Hermione staat op en ik zie niemand minder dan Draco Malfoy zitten aan de tafel van hun afdeling. Hij kijkt nu ook even en onze blikken kruisen elkaar. Ongemakkelijk kijk ik naar de andere kant. Wat moet hij toch van mij?

De schooldag is gedaan en ik klop op het deurtje van de kamer van Dumbledore. Hij vroeg me om eens te komen en ik had maar ingestemd. Ik wilde net op de deur kloppen maar de deur ging al vanzelf open. Professor Sneep kijkt me verbaasd aan.
'Alexis?' Vraagt hij op een enge manier.
'Oh, euh' Zeg ik aarzelend. Dumbledore komt naast Severus staan.
'Ik had Alexis gevraagd om te komen.' Zegt Dumbledore snel. 'Ik denk dat we het uur uit het oog waren verloren.' Zegt hij. 'Kom maar binnen, Alexis.' Professor Sneep kijkt me wantrouwig aan en loopt dan verder.
'U wilde me spreken?' Vraag ik als Professor Sneep is verdwenen.
'Ja,' Zegt hij. 'Misschien wil je eerst gaan zitten?' Ik schud mijn hoofd.
'Nee, ik blijf liever staan.'
'Oké, goed. Het gaat over Zoé. Ze is weer gezien na zeker dertien jaar.' Ik schrik en luister aandachtig verder. 'Het zal wel iets te maken hebben met Voldemort. Nu hij terug is wil ze hem zeker spreken. En misschien-' Hij aarzelt even. 'Misschien kan jij haar vinden?' Vraagt hij hoopvol.
'Waarom zou ik haar kunnen vinden?' Ik schrik van mijn stem die nog redelijk rustig blijkt te zijn. 'En waarom moet ik haar vinden?'
'Alexis, je moeder heeft vreselijke dingen gedaan. Ze is in staat om nog meer mensen te vermoorden, zeker als ze met Voldemort omgaat. We moeten haar vinden voordat het te laat is!' Dumbledore kijkt me nog steeds hoopvol aan. 'Alexis, wil je wel dat ze gevonden wordt?' Wil ik wel dat ze gevonden wordt? Misschien kan ze me machtig maken? Misschien ben ik wel even machtig als mijn vader? Misschien-
Nee Alexis zo mag je niet denken! Zeg ik tegen mezelf. Ik moet Zoé vinden voor het te laat is en dat weet ik zelf ook wel.
'J-Ja ik zal het doen.' Zeg ik met een trillende stem. Maar ik weet niet dat ik wel een goede keuze heb gemaakt.