W66

“Welkom”, zei Tecna beleefd, toen Brandon, Sky en zijn ouders aankwamen.
“Dag Tecna, hoi Timmy. Waar is Bloom?”, vroeg Sky.
“Zij en Flora wachten op haar kamer”, zei Tecna kalm.
“Stella wacht op je, Brandon”, zei Timmy.
“Is ze nog steeds blind?”, vroeg Sky verbaasd. Tecna knikte.
“Ik mis blijkbaar iets”, zei koning Erandor. “Wie is die Stella, Brandon?”
“Stella is mijn vriendin, majesteit. Ze is de prinses van Solaria en Blooms beste vriendin.”
“Stella van Solaria?”, vroeg Samara verbaasd. “Oh, natuurlijk, ze heeft nog een week bij ons gelogeerd deze vakantie.”
“Het maakt niet uit wie ze is. Je bent hier om mijn zoon te beschermen, Brandon, niet om achter meisjes aan te lopen.”
“Kalm vader”, suste Sky. “In normale omstandigheden is mijn bescherming Brandons eerste prioriteit, maar nu heeft ze steun nodig, net als Bloom. De Trix hebben Stella blind gemaakt vannacht. Ze kwamen Bloom uitlachen, en Stella probeerde haar te verdedigen. Ik vind het heel normaal dat Brandon nu naar Stella wil.”
“Goed dan”, gaf Erandor toe.
“Volgt u mij maar, ik breng u naar Bloom”, zei Tecna. Sky en zijn ouders volgden haar. Brandon liep mee tot aan Stella’s kamer.

“Dag Bloom”, zei Sky liefdevol, toen hij Blooms kamer binnenkwam.
“Hoi Sky.” Bloom stond op, omhelsde en kuste Sky even, en gaf toen Erandor en Samara een hand. Daarna ging ze weer naast Flora zitten, en Sky en zijn ouders gingen tegenover hen zitten.
“Dag Bloom”, zei koningin Samara hartelijk. “Gaat het?” Bloom knikte.
“Momenteel wel.”
“We hebben een weekje niets te doen en we wilden jou en Sky verrassen. We hopen je deze week beter te leren kennen.”
“Fijn dat jullie langskomen”, knikte Bloom.
“Wij vinden het ook fijn, Bloom. Het is trouwens ook belangrijk voor ons om onze toekomstige schoondochter beter te leren kennen”, zei Erandor.
“Ik hoopte eigenlijk wat leuke dingen met je te doen in Magix, maar dat zal voor een andere keer zijn”, zei Samara hartelijk.
“Ik vrees het ook”, knikte Bloom, geëmotioneerd door die woorden.
“Ik zou je graag iets vragen, Bloom”, zei Sky’s vader. “Wij zouden graag willen dat je een groot deel van de zomer bij ons doorbrengt dit jaar. Om je beter te leren kennen, maar ook omdat we graag zouden hebben dat ons volk jou leert kennen.”
“Oh”, Bloom aarzelde. “Bedankt voor de uitnodiging, maar ik moet daar nog over nadenken. Mijn ouders willen me ook graag bij zich hebben en zo, en …”
“Denk er maar rustig over na, Bloom, we hebben tijd. Maar kan je wel beloven dat je op z’n minst een week komt?”
“Als ik dan terug normaal ben wel.”
“Fijn.”