1

Hij keek me aan, verbaasd om mijn zangtalent misschien. Het liedje was klaar en hij ging zomaar wat spelen terwijl ik uit het raam keek. Esmé bestudeerde mijn gezicht en Jasper liep naar boven waar Alice, Emmett en Rosalie ook al waren. ‘Hoe oud was je toen je getransformeerd werd?’ vroeg Esmé. ‘Bijna 18.’ Antwoordde ik kort. Ze knikte en zei: ‘Je ziet er jonger uit.’ ‘Dankjewel, denk ik.’ Zei ik vragend. Ze glimlachte. ‘Wat is het nummer van Paul en zijn vrienden?’ vroeg ik. Esmé gaf me een nummer en zei erbij dat het het nummer van Sam was. Ik draaide het nummer en Sam nam op. ‘Wat?’ vroeg hij kortaf. ‘Nou, dat is ook niet echt aardig. Maar ik vroeg me af of ik Paul even kon spreken?’ zei ik. ‘Waarom?’ Vroeg Sam pissig. ‘Omdat ik dat wil.’ Zei ik arrogant. Sam wou net antwoorden toen ik Paul hoorde vragen wie er aan de lijn was. Sam mompelde mijn naam. Een paar seconden later zei Paul enthousiast: ‘Hé Lizzie! Ik heb je gemist.’ ‘Je bent pas een paar uur weg! Maar ik heb je ook gemist.’ Zei ik lachend. Ik liep het huis van de Cullens uit en ging in het bos zitten. ‘Waarom belde je?’ vroeg hij nieuwsgierig. ‘Nou ik vroeg me af waarneer ik eens langs mocht komen?’ vroeg ik vertwijfeld. ‘Dat hoef je niet te vragen. Kom zo snel als je kan!’ zei Paul vrolijk. ‘Dat moet ik vragen anders valt een van je vrienden me aan. Ze hebben de regels veranderd, ik heb eerst toestemming nodig.’ Zei ik half geïrriteerd. ‘Ze zouden je niet durven aan te vallen.’ Zei Paul knarsetandend. ‘Ik ga het er niet op wagen.’ Zei ik. ‘Ik zie je bij de grens.’ Zei Paul en hij hing op. Ik stak mijn mobieltje in mijn zak en rende snel naar de grens. Daar stond Paul al. Ik liep op hem af en toen ik voor hem stond kuste hij me. Ik glimlachte naar hem en hij sloeg een arm om me heen. We liepen samen een eindje en Paul vroeg wat ik wou doen. ‘Wat jij wil.’ Zei ik vrolijk. Het begon te regenen en het ging steeds harder regenen. ‘Zullen we ergens naar binnen gaan?’ zei hij vragend. Ik knikte. We rende richting het dichtstbijzijnde huis binnen. ‘Is dit jou huis?’ vroeg ik. ‘Nee, het huis van Jacob en zijn vader.’ Antwoordde Paul. ‘Dan moet ik waarschijnlijk gaan. Jacob vindt me niet zo heel erg aardig.’ Fluisterde tegen hem. ‘Jacob vindt niemand van jouw soort aardig.’ Zei Paul. Paul liep verder en ik liep achter hem aan. We kwamen in een kleine woonkamer en Paul ging op de bank zitten. De rest van de wolven waren er ook en een man die Jacobs vader moest zijn. ‘Hallo, ik ben Lizzie.’ Stelde ik mezelf aan hem voor. Ik bleef zenuwachtig staan. ‘Ik ben Billy Black.’ Zei hij terwijl hij me onderzoekend aan keek. Er viel een pijnlijke stilte.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen