Een week nadat Jade in Londen was aangekomen zou ze terug gaan naar Schotland om Noëlle te bezoeken. Ze had nog drie weken vakantie voordat haar nieuwe school weer begon. Ze pakte wat spulletjes in maar liet het boek thuis. Noëlle zou het vast niet leuk vinden als ze die mee zou nemen. Jade zei haar vader en moeder gedag en ging naar het station. Toen Jade op Kings Cross station stond te wachten op haar trein terug naar Schotland gebeurde er iets geks. Ze stond op perron 9 toen er opeens een paar kinderen met karretjes met koffers er op aankwamen lopen, ze liepen richting perron 10, maar vlak voor dat ze dat perron op stapte stopten ze. Jade keek naar ze met haar ogen net boven haar krantje, er was iets raars aan deze kinderen. Toen zag ze iets wat ze nog nooit, maar dan ook nooit gezien had. De kinderen vormde een rij met hun gezicht naar de muur tussen perron 9 en 10. Ze zag dat ze richting haar keken dus Jade keek weer naar haar krantje. Toen ze weer over haar krantje keek waren ze allemaal weg. Jade stond daar stom verbijsterd naar de muur te kijken waar zo net vier kinderen hadden gestaan. Ze keek richting perron 10 en zag ze echt nergens. Toen ze weer richting het spoor keek zag ze dat de trein waar op ze stond te wachten zijn deuren alweer had gesloten en weer was begonnen te rijden. Nee, gemist, dacht ze. Nu kom ik nooit optijd bij Noëlle. Jade keek terug naar de muur en liep er toen heen. Zo on opvallend mogelijk zocht ze naar de kinderen die daar net hadden gestaan. Ze voelde aan de muur maar die voelde gewoon als een muur. Jade besloot om Noëlle te bellen dat ze de trein gemist had. Ze pakte haar mobieltje en toetse het nummer van Noëlle in. Niemand nam op. Jade pakte haar koffer om terug naar huis te gaan toen er plots weer een paar kinderen met dezelfde karretjes aankwamen lopen. Ze liepen naar dezelfde muur als de andere kinderen en gingen in dezelfde soort rij staan, maar nu zag Jade wat er gebeurde. Éen voor één liepen ze op de muur af en rende er doorheen. Jade kon haar ogen niet geloven, dit kon niet. Jade stond daar met open mond naar de kinderen te kijken die één voor één verdwenen. de eerste paar minuten kon Jade geen stap meer verzetten en niet meer logisch nadenken, maar na een paar minuten dacht ze aan het boek. Het boek. Misschien wisten die kinderen er meer van, dit was zo ongeveer net zo onverklaarbaar als een levend boek. Ze liep zo snel mogelijk naar de uitgang en stapte de goede bus in. Het boek, het boek. Het bleef maar door haar hoofd heen gaan. Voor ze het wist was ze alweer bij de goede halte, ze stapte uit. Jade rende haar straat in en ging naar haar huis, ze draaide zo snel mogelijk de deur open en liep naar binnen.
"Mam, Pap?" Riep ze door het huis. Geen antwoord. Natuurlijk niet want die waren vandaag voor het eerst naar hun nieuwe werk. Jade sprintte naar boven en deed haar kamer deur open. Het boek, het was weg!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen