Vertrouwen - 17
Een bediende van het paleis kwam zeggen dat het eten klaar was.
“Eet je met ons mee?”, stelde de prinses voor.
“Graag, maar is er dan wel genoeg?”, vroeg ik aarzelend.
“Ja hoor, we hebben altijd wat te veel”, glimlachte ze.
“Yue”, kreunde Sokka, maar hij zweeg bij haar strenge blik.
“Je moet leren me te vertrouwen, Sokka”, zei ze zacht.
“Jou vertrouw ik wel, haar niet”, zei hij.
“Je moet leren mijn oordeel te vertrouwen. Ik vertrouw haar.”
“Goed dan”, zuchtte Sokka.
Het diner was geweldig. Ik had al jaren niet meer zo lekker gegeten. En zo veel! Zelfs al zaten er meer mensen dan gewoonlijk aan tafel, toch was er nog overschot.
“Wat doet u met al het eten dat over is?”, vroeg ik aarzelend aan de prinses.
“Uitdelen”, glimlachte ze. “Wees gerust, we gooien hier nooit iets weg.”
“Ach zo”, knikte ik. De prinses wendde zich tot een bediende.
“Laat kamer drie klaarmaken voor deze dame”, zei ze.
“Zoals u wilt, prinses”, glimlachte de bediende.
“Kamer drie?”, vroeg ik aarzelend.
“Je kan zo makkelijk ontsnappen dat het geen zin meer heeft je in die cel op te sluiten, niet?”, grinnikte de prinses. “Wat mij betreft ben je overdag vrij om in het paleis rond te lopen. Ik geef je morgen wel even een rondleiding.”
“Oké”, glimlachte ik blij. We bleven nog wat praten met z’n drieën, hoewel Sokka me heel goed in de gaten hield.
Reageer (3)
Ik vind de prinses steeds aardiger.
1 decennium geledennice
1 decennium geledensnel verder
Wat is ze aardig.
1 decennium geledenSnel verder