A ranger/traitor 12
Miko had zijn besluit genomen. Waarschijnlijk was het gevaarlijk, maar hij mocht niet alleen aan zichzelf denken. Als hij iets goed kon doen dan mocht hij niet twijfelen, maar moest hij de kans met beide handen grijpen.
Daarom lag hij enkele dagen later gespannen te luisteren tot de twee mannen binnen waren. Daarna sloop hij geluidloos de trap af. Ondertussen werd het vuur opgestookt en er klonk een schrapend geluid. Waarschijnlijk werd de kist boven het luik weggeschoven en het vreemde gereedschap boven gehaald. Miko stond nu in de hal. De mannen fluisterden echter zo zacht dat het lawaai van het smidsvuur hen met gemak overstemde. Zo kwam hij nog niets te weten. Stilletjes sloop hij tot vlak bij de deur naar de smidse. Zijn hart klopte in zijn keel. Als nu een van de mannen het in zijn hoofd zou halen naar buiten te komen was hij er gloeiend bij, maar hij kon nu tenminste horen wat er gezegd werd.
“Geef me de materialen”, beval Erlan. Er klonk geluid van iets metaalachtig dat werd overhandigd.
“Goed, dit is alles wat ik nodig heb.”
“Zorg dat je even zorgvuldig te werk gaat als de vorige keren, dan merkt niemand er wat van.”
“Waar zie je me voor aan?” Daarna deden ze er het zwijgen toe. Miko kon wel schreeuwen van frustratie. Hij stond hier met niets meer dan een houten deur die hem van de schurken scheidde, hij verstond ieder woord en nog werd hij niet veel wijzer. Misschien was het gewoon het beste weer stilletjes naar boven te sluipen. Meteen duwde hij die gedachte weer weg. Hij moest en zou dit oplossen!
De uren verstreken, maar behalve wat gebrom hoorde hij niets meer. Toen kwam het moment dat het vuur werd gedoofd en dat was voor Miko het teken om te maken dat hij wegkwam.
Waarom hij het risico nam om onderaan de trap te blijven staan kon hij achteraf niet zeggen, maar het was duidelijk dat het de moeite loonde.
“Wanneer spreken we de volgende keer af?” vroeg Erlan.
“Dat zal nog wel even duren. Ik ben van plan om met wat we tot nu toe hebben op reis te gaan en het in echt geld om te zetten.”
“Goed, zorg er wel voor dat je ver genoeg bent en dat ze het spoor niet terug kunnen volgen”, waarschuwde de derde man.
“Ja ja ik weet heus wel wat ik doe.”
“Hou op met kibbelen, straks hoort iemand jullie nog”, zei Erlan en hij opende de deur naar boven.
Reageer (6)
Spannend
1 decennium geledenSnel verder!!!