Foto bij Hst 19

‘Waar is het politiebureau eigenlijk?’ vroeg Anke.
‘Dat je dat niet weet’ zei Wiebe.
‘Weet jij het wel dan?’ vroeg Anke.
‘Ehm, nee’
‘Wijsneus!’
‘Jongens kappen!’ zei Jeanine ‘Als Bobby de weg maar weet’
‘Inderdaad’ zei Bobby.
Ze reden met een propvolle auto naar het bureau. Wiebe, Anke en Michiel H. op de achterbank. En Jeanine en Lieuwe zaten samen op de voorstoel.
‘Ik heb niet veel ruimte’ zei Lieuwe.
‘Ik ook niet’ zei Jeanine.
‘Ik wel’ zei Wiebe en jij rekte zich uit.
Ze moesten lachen.
‘Rustig maar, we zijn er’ zei Bobby.
Ze parkeerde de auto om de hoek.
‘Eindelijk ruimte’ zei Lieuwe. En hij draaide een pirouette.
‘Waarom moet jij altijd iets raars doen?’ vroeg Wiebe.
Lieuwe haalde zijn schouders op ‘Ik ben raar!?’

Anke en Michiel H. liepen voorop.
Toen ze om het hoekje keken schrokken ze zich dood.
‘Wat!?’ vroeg Wiebe.
‘Janssen en z’n zoon staan daar met die hond’ zei Michiel H.
‘Waarom zijn ze daar?’ vroeg Lieuwe.
‘Weten wij veel’ zei Anke.
‘Waarschijnlijk willen ze voorkomen dat we naar het politiebureau gaan’ zei Bobby.
‘Maar hoe weten ze dan dat we in de geheime kamer waren tijdens hun gesprek?’ vroeg Michiel H.
‘Oeps’ zei Lieuwe ‘Mijn portemonnee, ik hen hem daar laten liggen’
‘Sukkel!’ zei Wiebe en hij gaf Lieuwe een klap tegen zijn hoofd.
‘Sorry’ zei Lieuwe zacht.
‘Alsof wij nooit iets verkeerds doen’ verdedigde Jeanine Lieuwe.
‘Jij misschien, maar ik niet’ zei Wiebe.
‘Jij liet je sleutels in de fabriek liggen’ zei Anke.
‘En jij kan niet winnen van een suffe herdershond’ zei Wiebe.
‘Jongens kom op’ zei Bobby ‘We moeten naar dat bureau’
‘En hoe doen we dat?’ vroeg Anke.
‘Oke dit is het plan ……’ zei Bobby.

Wiebe, Lieuwe, Jeanine en Bobby liepen naar het politiebureau.
‘Hey, meneer Janssen’ zei Bobby ‘Wie is dat?’
En hij wees op David.
‘Dit is mijn zoon David’ zei Janssen.
‘Heeft 1 van jullie die misschien bij de glasfabriek laten liggen?’ vroeg David.
En hij hield een portemonnee omhoog.
Lieuwe keek ernaar ‘Die is van mij!’ zei hij.
‘Oke, kom anders even mee naar de glasfabriek’ zei Janssen ‘Kunnen we gezellig wat drinken’
Zo gingen ze mee, maar Jeanine wou niet.
‘Kom mee!’ zei David. En hij trok haar met zich mee.
Anke en Michiel H die om het hoekje stonden te kijken wachten tot ze helemaal wegwaren en liepen toen naar het politiebureau.
‘Als ze ze maar niks aandoen’ zei Anke.
Michiel H knikte ‘Het komt wel goed’
Ze liepen naar binnen en moesten in de wachtkamer gaan zitten.
‘Er komt zo iemand naar u toe’ zei de caissière.
Ze knikte ‘Oke, bedankt’ zei Anke.

Reageer (1)

  • BYME

    Spannend
    snel verder (A)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen