Hst 14
‘Hup, doorlopen jullie’ zei Janssen. Hij was kwaad.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg Lars.
‘Waar dieven thuis horen’ zei Janssen.
‘We zijn geen dieven, daar ben ik veel te lief voor’ zei Jeanine.
‘Schijn kan bedriegen’ zei Janssen ‘Ik vertrouw jullie voor geen cent meer’
‘Wij hebben u nooit vertrouwd’ zei Jaromir.
‘Nog een grote bek ook!’ zei Janssen ‘Hup instappen!’
Ze worden in een auto geduwd en naar het politiebureau gebracht.
Ze worden naar een wachtkamertje gebracht en wachtte daar op een agent.
Even later kwam er een indrukwekkend groot verschijnsel binnen. De man had een streng gezicht met een doordringende blik en een rare snor.
‘Goeden dag, ik ben John de Water’ zei hij met een hoge piepstem.
John nam ze mee naar zijn kantoor. En de overhoringen begonnen.
In de geheime kamer, zaten Wiebe, Lieuwe, Michiel H en Anke nog steeds opgesloten. Lieuwe sloeg als een gek tegen de muur. ‘Laat ons eruit!’
‘Hou je kop sukkel’ zei Wiebe ‘We zijn hier niet, weet je nog!?’
Lieuwe stopte en liet zichzelf op de grond vallen. ‘Ik heb honger!’ begon Lieuwe te jammeren.
‘Kun je nou niet 1 keer je kop houden, je zit hier niet alleen’ zei Michiel H.
‘Maar we zitten hier al een week!’ zei Lieuwe.
‘Niet overdrijven, druiloor, we zitten hier pas 15 minuten, Janssen is nog niet eens terug’ zei Anke.
Maar op dat moment hoorde ze een deur open gaan.
‘Hij is terug!’ zei Lieuwe. Wiebe sloeg hem tegen zijn hoofd ‘Kop dicht, malloot’
Ze hoorde dat er meer mensen binnenkwamen.
‘Effe kop dicht nu’ zei Anke ‘Kunnen we horen wat ze zeggen’
Ze waren allemaal stil en luisterde gespannen.
‘Vader, waarom moest ik komen?’
‘We zijn in gevaar mijn jongen, die snotapen van de roeivereniging, weten van ons geheim en ze hebben het die Willem verteld’
‘Willem!? Toch niet Willem Blokstra, hè?’
‘Nee, Willem Klaasen, natuurlijk Willem Blokstra, wie anders’
‘Maar dat is heel slecht nieuws’
‘’T is niet waar, zoon’
‘Maar wat gaan we eraan doen vader?’
‘We moeten ze uitschakelen, zoon’
‘U bedoelt toch niet vermoorden? Het zijn nog kinderen!’
‘Maar ze zijn te slim, ze dwarsbomen onze plannen’
‘David mijn jongen, je moet er het beste van maken, dus schakel ze uit!’
David keek zijn vader aan, knikte en liep weg.
Janssen bleef alleen achter in zijn kantoor. Hij liep naar het raam. ‘Die vervelende snotapen, ik ga maar weer eens bij mijn spullen kijken’ en hij liep richting de geheime kamer.
‘Hij komt eraan, we worden gesnapt’ riep iedereen hysterisch.
Alleen Michiel H bleef kalm. ‘Kom!’ zei hij. En ze volgde hem naar een opening in de muur. ‘Pas op het is er laag’ waarschuwde Michiel H. Maar Lieuwe die weer is niet aan het opletten was, stootte keihard zijn hoofd ‘AU!!’ riep hij.
‘Kop dicht en kruipen’ zei Wiebe die voor hem kroop.
Janssen liep de geheime kamer in, en wou naar z’n spullen kijken. Toen hij zag dat ze weg waren rende hij naar buiten en riep hij: ‘Help ik ben bestolen’
Zo liep hij naar het politiebureau.
‘We kruipen nu al uren door deze gang’ zei Lieuwe.
‘Wat is er mis met jou innerlijke klok? We kruipen hier pas 30 minuten rond’ zei Anke.
‘Dat is ook veel hoor’ zei Wiebe ‘Blondie!’ Anke keek hem boos aan. ‘Het is niet mijn schuld dat we hier kruipen’ zei ze.
‘Wel, jullie vonden dat stomme kistje’ zei Wiebe.
‘Maar we hebben we veel lol gehad’ zei Anke weer.
Opeens riep Michiel H, die voorop liep. ‘We zijn buiten!’
Anke, Wiebe en Lieuwe rende zo hard mogelijk naar hem toe.
‘Eindelijk, na al die jaren’ zei Lieuwe en hij kuste het gras.
‘Hij is gek’ zeiden Anke en Wiebe in koor.
‘Maar dat doen ze in films ook altijd’ zei Lieuwe.
‘En kijkt slechte films’ voegde Wiebe toe.
Ze moesten lachen.
‘Maar waar zijn we?’ vroeg Michiel H.
‘Weer ik veel’ zei Lieuwe.
‘Jij bent de slimme’ zei Wiebe.
‘Kom, kom, we gaan gewoon lopen’ stelde Anke voor.
Reageer (1)
HAHA lieuwe is niet erg slim volgens mij
1 decennium geledenAnke is cool
Verder