Hst 9
Het was al te laat. Frits werd helemaal naar de andere kant van het gebouw geblazen, en kwam tegen het whiteboard aan, met een dreun kwam hij op de grond terecht.
Iedereen keek geschrokken.
Frits kwam wankelend overeind ‘Wat was dat?’
‘Het kistje’ zei Jaromir ‘Ik weet hoe je je voelt’
‘Hoe weet je hoe ik me voel? Het is alsof je net uit een tornado komt’ zei Frits.
‘Nou, dat gevoel heb ik ook gehad’ zei Jaromir.
Ze moesten lachen.
‘Frits, dat ding is behekst’ zei Wiebe.
‘En dan zegt ie dat wij slechte films kijken’ zei Lieuwe.
De rest moest lachen, alweer.
Ze keken weer geconcentreerd naar het kistje.
‘Hoe krijgen we dat sleutelgat schoon?’ vroeg Eeke.
‘Misschien met de afspuitslang’ stelde Selma voor.
‘Goed idee’ zei Wessel.
En hij ging met Selma en Eeke en het kistje naar buiten.
Toen hun weg waren vroeg Meike ‘Wie zijn er nog eigenlijk ’s avonds naar de glasfabriek geweest?’
Op dat moment kwam Yvette binnenlopen. ‘Ik had nog wel gezegd dat dat niet mocht!’ zei ze ‘Dat is privéschending’
Er viel een grote doodstille stilte.
‘Dus wie waren er nou heen geweest?’ vroeg Meike.
En langzaam staken Wiebe, Hasse, Tjerk en Anke hun hand op.
‘Joh Kabouter, jij was er ook bij’ zei Anke tegen Lieuwe.
‘En wat hadden jullie daar te zoeken?’ vroeg Jeroen.
‘Nou, we waren dus ’s ochtends gegaan en wij vonden dat hij iets geheim hield, dus…’ zei Jeanine.
‘zijn wij vijf ’s avonds teruggegaan ‘ zei Anke ‘en zijn we dankzij goede en slechte films aan deze spullen gekomen’
‘En met mijn geweldige spierkracht’ zei Hasse.
‘Niet overdrijven’ zei Tjerk.
Er viel een stilte tot Selma, Eeke en Wessel binnen kwamen gestormd.
‘Hij is schoon!’ zei Wessel en Selma zette het kistje op de tafel.
Jaromir probeerde er weer in te prutsen… klik…
‘YES!’ zei Jaromir. Hij wou de deksel open doen, maar trok zijn hand terug toen er ineens rook uitkwam. Iedereen deinsde achteruit. De deksel ging uit zichzelf langzaam open.
Michiel L. liep langzaam naar het kistje toe en boog zich eroverheen. Plots kwam er een licht flits uit. Michiel L. deinsde achteruit. Iedereen schrok. Toen het licht weg was, liep Jowi erheen en keek erin. Hij pakte er een boekje uit.
‘Wat is dat?’ vroeg Daphne.
‘Een of ander raar boekje’ zei Jowi
‘Wat staat erin?’ vroeg Age.
Jowi maakte hem open en keek erin.
‘Volgens mij is het een dagboek’ zei hij.
‘Lekker boeiend!’ zei Jaromir.
‘Laat mij maar lezen’ zei Tjerk.
Jowi gaf het boekje aan Tjerk. Anke en Jeanine die naast hem zaten in de vensterbank, keken mee. Tjerk begon te lezen.
‘7 oktober 2000, vandaag heb ik de glasfabriek van mijn vader geërfd’ zei Tjerk.
Terwijl hij verder las in het dagboek, viel iedereen langzaam in slaap.
Na enkele minuten schrok iedereen wakker, want Tjerk riep: ‘Heey’
‘Wat!?’ riepen er een aantal.
‘Het stopt op 20 oktober 2000’ zei Tjerk.
‘Dus?’ vroeg Lucas
‘Mooi toch, kan ik naar huis’ zei Ruurd.
En de meeste gingen naar huis.
Wiebe, Daphne, Hasse, Lisanne, Tjerk, Jeanine en Anke bleven op de roei.
‘Van wie is dat boekie nou eigenlijk?’ vroeg Daphne.
Anke pakte het boekje en keek erin.
‘En?’ vroeg Wiebe.
‘Ik zie niks’ zei Anke.
‘Kijk eens op de voorkant!’ zei Tjerk.
Anke draaide het boekje om.
‘Oow’ zei Anke.
‘Blond zeker!’ zei Wiebe.
‘Niks tegen blond’ riep Jeanine
Ze moesten lachen.
‘Maar van wie is dat boekje nou?’ vroeg Hasse.
‘Van Johan Blokstra ofzo’ zei Anke.
‘Wat een naam’ zei Lisanne. ‘ik denk meteen aan een wiskunde leraar’ zei Wiebe.
‘Misschien is hij dat wel’ zei Tjerk.
‘Nee, dat is ie niet!’ zei Anke.
‘Hoe weet jij dat nou weer?’ vroeg Hasse.
‘Omdat er in het 1e berichtje stond dat hij de glasfabriek van zijn vader heeft geërfd’ zei Anke.
‘Maar die vent heet Janssen’ zei Jeanine.
‘Misschien is dit zijn zoon’ zei Lisanne.
‘Denk het niet’ zei Tjerk.
‘Hoezo niet?’ vroeg Lisanne.
‘Dan zou hij toch ook Blokstra moeten heten’ zei Tjerk.
‘Oow ja’ zei Lisanne.
Ze moesten lachen.
‘Zou hij de fabriek zomaar hebben weggegeven?’ vroeg Daphne.
‘Denk het niet, het is een familietraditie’ zei Tjerk.
‘Hoe weet jij dat nou weer?’ vroeg Hasse.
‘Omdat hij de fabriek heeft GEËRFD’ zei Tjerk
‘Wijsneus!’ zei Wiebe.
‘Waarom heeft Janssen dan nu de fabriek?’ vroeg Jeanine.
‘Misschien had Blokstra geen zoon?’ zei Daphne.
‘Of hij heeft zelfmoord gepleegd?’ zei Hasse.
‘Ja, dan heeft ie zichzelf opgehangen aan een springtouw’ zei Wiebe.
‘Iel, Jakkie bah’ zeiden de meiden.
Anke pakte het boekje uit Tjerk’s handen en sloeg hem open.
‘Wat zijn jullie lief voor de medemens’ zei Lisanne.
‘Nou en? Hij kent me toch niet!’ zei Hasse.
‘Dan als nog’ zei Lisanne.
‘AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH!!’ riep Anke.
Reageer (1)
echt een droog verhaal, maar wel grappig
1 decennium geledensnel verder